Recensie

VA: Where Were You? – Independent Music From Leeds 1978-1989

Genre(s)


‘Ask a search engine what kind of music is associated with Leeds and even now one of the most popular answers is gothic rock. Had such a thing been around during the nineteen eighties, this would have been the only choice’, zo begint de tekst in het begeleidende boekje van deze cd compilatie, net uitgekomen op het Britse label Cherry Red. We voegden de daad bij het woord en kregen het volgende antwoord van Google: ‘Leeds has been at the centre of such movements such as Goth rock, electronic music and punk rock and remains one of the go-to places to discover new music to this day with its fantastic array of venues.’ Die venues hadden in de tijdspanne van deze compilatie namen als F Club en Warehouse.

“Where Were You? – Independent Music From Leeds 1978-1989” werd een driedelige compilatie vol indie, punk en new wave (postpunk, gothic rock…). 68 songs en bijna vier uur muziek verspreid over drie cd-schijfjes in een chronologisch overzicht. We gaan nu niet elke song afzonderlijk bespreken maar staan stil bij de interessantere. En dat zijn er veel.

Eerst een woordje over de stad Leeds zelf. Leeds is een industriestad maar ook een universiteitsstad in Noord-Engeland (West-Yorkshire) met zo een half miljoen inwoners en niet al te ver gelegen van andere muzikale grootsteden als Manchester (een uurtje rijden) of Liverpool (1,5 uur rijden). Op de box en op de hoesjes van de drie individuele cd’s die in deze box zitten, staan foto’s van de University of Leeds, een niet al te fraai hypermodern betonnen gebouw in brutalistische stijl. Maar de foto’s zijn bepaald wel kunstzinnig te noemen.

Een aantal bands vertegenwoordigd op deze compilatie vonden hun ontstaan aan de kunstenfaculteit van deze universiteit van Leeds. Volgende bands vonden hun oorsprong aan dit beroemde/beruchte Fine arts department: The Mekons, Delta 5 en Gang Of Four. Deze bands ontstonden uit dezelfde vriendengroep studenten. Het debuutalbum van The Mekons werd zelfs opgenomen met de instrumenten van Gang Of Four. Van The Mekons krijgen we hier hun tweede single “Where Were You?” te horen en deze single uit 1978 verleent ineens ook zijn naam aan de ganse compilatie en opent ze ook.

Gang Of Four zijn nog een heel grote postpunk naam uit Leeds. De band hield zich bezig met radicaal linkse politiek. “Damaged Goods” is hun debuutsingle uit 1978 maar staat hier wel op in de albumversie zoals te vinden op hun debuutalbum “Entertainment” (1979).

Ook Delta 5 ontstonden dus aan de University of Leeds. In plaats van de overbekende debuutsingle “Mind Your Own Business” (die iedereen toch al kent), koos de band zelf voor hun tweede single “You” als bijdrage aan de compilatie. De band was militant feministisch en actief in de Rock Against Racism beweging.

The Sisters Of Mercy. Ok, de naam is gevallen en uiteraard zijn zij dé epigonen van de Leedse gothic rock. Laat mij beginnen met het grootste minpunt van deze compilatie. Waarom in godsnaam koos men voor de meest afgezaagde en doodgespeelde Sisters Of Mercy track om de band op de compilatie te vertegenwoordigen??? We hebben het dus over “Temple Of Love”. Maar goed, laat het ons meteen ook relativeren. De Sisters Of Mercy en de gothic rock fan die deze compilatie kocht, kocht ‘m natuurlijk niet voor de bijdrage van The Sisters aangezien hij hun complete oeuvre toch al in zijn platenkast heeft steken. Hij kocht de compilatie eerder uit curiositeit naar de muzikale omgeving waarin zijn favoriete band tot wasdom kwam.

Andere gothic rock bands uit Leeds zijn The March Violets, Red Lorry Yellow Lorry en het zwaar ondergewaardeerde The Rose Of Avalanche. En we krijgen uiteraard ook songs van de Sisters Of Mercy afsplitsingen The Mission en van Ghost Dance (ex-Sisters Of Mercy gitarist Gary Marx met Skeletal Family zangeres Anne-Marie Hurst).

De eerste twee singles van The March Violets: “Religious As Hell” en “Grooving In Green” verschenen in 1982 op Merciful Release, het door Andrew Eldritch opgerichte label met het overbekende Sisters Of Mercy logo dat hij in een anatomie handboek was gaan lenen. The March Violets waren een gothic rock kwartet met een zangeres en een drumcomputer.

Salvation (“Thunderbird”) zijn nog een gothic rock band uit Leeds en zij mochten de Sisters Of Mercy drumcomputer Dr. Avalanche lenen voor hun eerste single op Merciful Release in een productie van Eldritch himself. Hier krijgen we het nummer “Thunderbird” van hun debuutalbum “Diamonds Are Forever” uit 1987 voorgeschoteld.

Red Lorry Yellow Lorry zijn een andere gothic rock en postpunkband met een drumcomputer die klonk als Dr. Avalanche. “Beating My Head” is hun debuutsingle uit 1982.

The Rose Of Avalanche maakten gothic rock met serieuze invloeden van sixties psychedelica (zie ook The Mission waar ze mee op toer mochten) zoals The Doors en The Velvet Underground (de stem van zanger Phil Morris heeft wat van Lou Reed) en van Led Zeppelin.

En dan is er nog “Barricades” (1983) van de female fronted goth/postpunk band Anabas op het slechts kort bestaande label Flame On Records van Ben Gunn (ex-Sisters Of Mercy gitarist). Ben Gunn was het kwaad afgetrapt bij The Sisters Of Mercy toen die een contract hadden getekend bij major WEA.

The Mission staan er natuurlijk ook op. De band werd gevormd in 1985 door gitarist Wayne Hussey en bassist Craig Adams toen The Sisters of Mercy ruzie kregen na de opname van “First And Last And Always”. De line-up werd aangevuld met drummer Mick Brown van Red Lorry Yellow Lorry en Simon Hinkler van Pulp. The Mission zijn hier vertegenwoordigd met “Wasteland” de openingstrack van hun debuutalbum “Gods Own Medicine”

Bloedmooie new wave en powerpop krijgen we verder van Knife Edge met “Favourite Girl”, een van mijn favoriete tracks en grote ontdekking van deze compilatie. Spijtig genoeg zou het bij dit ene singletje uit 1980 blijven. De zanger zou later heel even bij Red Lorry Yellow Lorry terechtkomen.

Nog meer bloedmooie new wave krijgen we van Music For Pleasure met het synthpop getinte “The Human Factor”, in de lijn van Depeche Mode, Human League en OMD. Dit is mijn andere grote ontdekking en deze band bracht wel twee albums uit in 1982 en 1985 (al verschenen ze nooit op cd). Nog een zeer leuke ontdekking uit Leeds is Girls At Our Best!. “Getting Nowhere Fast” heet de bangelijke stevige punk/gitaarwave bijdrage van dit female fronted trio.

Een heel bekende naam uit de synthpop is Soft Cell (Marc Almond en Dave Ball) die hier op de compilatie staan met “A Man Get Lost”, hun debuutsingle uit 1981. Nog een heel leuk synthpopnummer is het met samples van Russische koren en allerlei effecten opgeleukte “Cccan’t You See” van Vicious Pink, een duo dat eerst backing vocals deden bij Soft Cell. 

Synthpop. Wie kent er Scritti Politti nog? Ik leerde ze halverwege de jaren 80 kennen omdat ze toen met hun zoete soulvolle synthpop met reggae-invloeden meermaals in de hitparade terechtkwamen. Maar wat veel mensen niet weten is dat Scritti Politti van origine een postpunkband is. Scritti Politti is Italiaans voor ‘politieke geschriften’ en was bedoeld als eerbetoon aan de Italiaanse marxist Antonio Gramsci. Dat Scritti Politti een postpunk verleden hadden wist ik, maar niet dat ze ook al uit Leeds kwamen…

Nog nooit van gehoord maar wel erg interessant: “16 Vessels” van Tom Fazzini, een soort avant garde synthpop/industrial.

Een redelijk bekende postpunk band is The Three Johns, die op de compilatie staan met “Do The Square Thing”. The Three Johns, een soort zijproject van The Mekons en erg politiek geëngageerd met songs tegen apartheid (“White Boy Engineer”) en Amerikaans imperialisme (“Death Of The European) waren naar eigen zeggen ‘not a socialist band, we’re a group of socialists who are in a band’. 

Nog meer interessante postpunk krijgen we van Agony Column (“(I Had It) All Worked Out”), The Hollow Men (“Late Flowering Lust”) en van Dance Chapter (“Anonimity”), een van de eerste bands die werden getekend door het fameuze 4AD label. Op de compilatie staat hun eerste single op 4AD in 1980. Nog een sterke song krijgen we van Flowers For Agatha. Met “Presentation” zitten ze in het verlengde van de cold wave en postpunk van bands als Joy Division en Theatre Of Hate. Age Of Chance maken ook postpunk en van hen komt de kortste track op de compilatie. Het nihilistische “I Don’t Know And I Don’t Care” duurt welgeteld 1 minuut en 22 seconden. 

“Moscow Idaho” van The Cassandra Complex wordt in het boekje omschreven als ‘a frantic cyberpunk anthem-to-be’ en The Cassandra Complex en Rodney Orpheus als een voorloper van Al Jourgenson (Ministry) en Trent Reznor (NIN) en daar valt zeker wat voor te zeggen. Meer industrial rock krijgen we van WMTID en van Cassandra Complex afsplitsing MDMA. Ook Bazooka Joe (meer synthpop) kwam voort uit The Cassandra Complex.

Bekendste punkbands op de compilatie zijn The Boys en Abrasive Wheels. Maar er staan ook interessante bijdrages op van minder bekende lokale punkbands als The Underdogs (“East Of Dachau”), The Jerks (“Cool”) en Icon A.D. (“Fight For Peace”) en poppunk van Rouge (“Have You Seen Gene”), het Buzzcocks-achtige The City Limits (“Morse-Code Messages”) en Shake Appeal (“My Own Way”).

The Boys waren een soort kruising tussen The New York Dolls, pubrock en glamrock. De zanger en de gitarist van de latere The Boys waren naar Londen getrokken en zaten er in de punk supergroep London SS alvorens in 1976 The Boys op te richten.  “Let It Rain” van The Boys is een latere single (uit 1981) die een hommage is aan hun Leedse roots. Abrasive Wheels waren een streetpunk band opgericht in 1976. De streetpunk van The Expelled (“Government Policy”) begint al aardig naar hardcore te neigen. Shake Appeal zijn dan weer wat meer poppunk en staan op de compilatie met hun enige Blondie-achtige single uit 1980: “My Own Way”.

De meeste songs zitten zoals u al hebt gemerkt in de new wave, punk en postpunk sfeer maar er zijn ook wel wat uitstapjes richting andere (verwante) genres.

New wave ontmoet modrock met The Neat (“Hormones In Action (In My Heart)”) en new wave ontmoet pubrock met The Boys en Alwoodley Jets (met het catchy “Crash n’ Burn”). Uitstapjes richting jazz/(post)punk crossover zijn te horen van Annie Hogan en van Xero Slingsby And The Works.

Déjà Vu klinkt met “Cut The Cross” als psychedelische new wave in het verlengde van bijvoorbeeld XTC. We leren hier bij dat gitariste Jackie Chambers later in de girlpower heavy metal band Girlschool terechtkwam. Good Shepherds (met “Wallpaper Man”) klinken ook aardig psychedelisch en doen me denken aan Legendary Pink Dots. Purple Eternal herinterpreteert de acid rock van de sixties in een jaren 80 postpunk garagerock context die tevens naar noiserock begint te  neigen (“#Trip 67”). Ook Dustdevils (“Seeds In The Spoil”) stoeien met  noise rock, maar klinken meer post-punk dan psychedelisch.

Rockabilly, psychobilly en/of countrypunk wordt gebracht door The Prowlers, The Squares (“Buddy Holly”), het geflipte Ritzun Ratzun Rotzer (“Noodleman”) en het geweldige Pink Peg Slax (“Boy From Leeds”) die zich qua sound ergens tussen Stray Cats, Meteors en Johnny Cash situeren. Een uitstapje richting garagerock krijgen we dan weer van Surfin Dave And The Absent Legends (“Stateside Centre”).

Indie rock ‘jangle pop’ is het domein van The Wedding Present (“You Should Always Keep In Touch With Your Friends”), voorloper The Sinister Cleaners (“Longing  For Next Year”) en het gelijkgezinde Third Circle met “Last Night Was The Best Night Of My Life”. Gold Frankincense & Disk Drive (“Character Assassinator”) lijken zich te inspireren op de avantgardistische prog van Peter Hammill en Van der Graaf Generator.

Pale Saints - ook een van de bekendere name op de compilatie - waren dan weer een shoegazeband. Evenals het eerder genoemde Dance Chapter tekenden ze bij 4AD en de hier aanwezige song “Sight Of You” is afkomstig van hun bij 4AD uitgekomen debuutalbum “The Comforts Of Madness”.

Leuk zijn tenslotte de songs die rechtstreeks naar de stad verwijzen. We noemden al de psychobilly cowpunk van Pink Peg Slax met “Boy From Leeds”. Rhythm Sisters zijn twee zussen die hier hun ode aan Leeds brengen met het bezwerende akoestisch folky “Saturday/Sunday Lazy Leeds Afternoons”. Iets speciaals is ook de song van Len Liggins: “Life in Leeds City”, een soort postpunk synthpop met folky viool.

Deze driedelige en erg mooi verzorgde compilatie op Cherry Red is een uniek tijdsdocument en essentieel voor al wie de indie en postpunk uit Leeds een warm hart toedraagt.

Delen op

Tags

Over Henk Vereecken

Henk Vereecken bekeerde zich op 14-jarige leeftijd tot het zwarte newwaverdom maar behield altijd een gezonde interesse in andere genres zoals punk, metal, folk, prog en de psychedelische rock van de sixties (en later). Verdere interesses zijn wetenschappen, politiek, geschiedenis, natuur, cultuur en subculturen. Na zijn studies biologie verruimde hij zijn blik vanuit de Antwerpse zwarte en alternatieve keten zoals Biokot, Limelight, Wommel en Bunker naar zwarte fuiven en concerten overal te lande. Vooral Waregem, Gent en Sint-Niklaas waren lang the places to be. Sinds 1999 is hij lid van Dark Entries. Hij heeft een bijzondere voorliefde voor geëngageerde muziek met een boodschap en onderzoekt vieze beestjes in een medisch labo. Hij is sinds 2012 ook de helft van het team van het radioprogramma The Horny Hour op de Antwerpse alternatieve zender Radio Centraal en heeft een verleden als dj op new wave, gothic en flowerpower fuiven.

Wil je Dark Entries steunen? Doe een gift op BE49 0017 6243 8971

© Dark Entries. Alle rechten voorbehouden. Ontwerp door We Cre8 It.