Genre(s)
Eén van die bands die door het stof des tijds leek opgeslokt wordt nu weer uitgespuwd: Stillste Stund. Vijftien jaar na hun laatste wapenfeit is het duo Oliver Uckermann en Birgit Strun terug met een nieuw album “Grüsse Aus Dem Fegefeuer” welke (voorlopig?) helaas enkel digitaal is aan te kopen. In 2008 werd via Alice In... het meest recente, fysieke album “Von Rosen Und Neurosen” de wereld ingegooid waarna een wel zeer lange stilte volgde. Is er na al die jaren nog plek voor wat ooit door het leven (sic) ging als 'Neue Deutsche Toteskunst'? Een genre dat begin jaren 90 bij onze oosterburen in het leven werd geroepen om het geluid van bands als Goethes Erben, Relatives Mensschein en toen zelfs Das Ich te kunnen duiden.
Stillste Stund sprong pas eind jaren 90 op deze trein en voegde her en der wat meer elektronica en cabareteske arrangementen toe en dat is ook wat ze op deze “Grüsse Aus Dem Fegefeuer” doen. Een album waarop het kortste nummer om en bij de minuut van uw tijd in beslag neemt, het langste nummer dan weer twaalf minuten. Dit om u maar te zeggen dat het werk van deze Sillste Stund niet meteen conventioneel is. Maar als er één label het best op de muzikale taal van deze Stillste Stund plakt dan is het nog altijd het al eerder vermelde Neue Deutsche Toteskunst.
Van de zeven nummers zijn er vier echt nieuw, de andere drie, zoals “Nacht Und Nebel - Fragment” zijn een herwerking, andere dan weer een herneming van ouder materiaal. Zoals de mars “Marsch In Unschärfe Verlorener” (zie clip) dat begint met de kreet “Was Ist Der Mensch” en op deze versie mee wordt ondersteund door Die Kinder des Untergangs. Het resultaat is een gothisch aandoende treurmars met een geperverteerd kinderdeuntje tussen het marsritme door. Kinderlijke naïviteit en geperverteerde, volwassen maturiteit trekken samen ten strijde. Op “Marsch In Unschärfe” wordt hetzelfde trucje nog eens herhaald, al lijkt hier de marsdreun meer martial en wordt het nummer opgevrolijkt (sic) met middeleeuws aandoene arrangementen. Het resultaat is even bevreemdend als voorgaande maar duurt maar ongeveer de helft zo lang.
Het titelnummer, waarmee het album opent is een schoolvoorbeeld van wat ooit werd verstaan onder Neue Deutsche Toteskunst, een donker dreigend sprookje dat muzikaal wordt ondersteund door ongemakkelijk zittende arrangementen. Torment en horror. “Nacht Und Nebel” is het meest elektronische stuk dat zich ergens situeert tussen de oudere Goethes Erben en Grausame Töchter. Dit kan de dansvloer op en was in de jaren 90 zeker een hitje geweest maar of dat anno 2023 nog kan laat ik in het midden.
“Schaukeln in Ruinen” is een naakte versie van Oberer Totespunkt, bezwerend en verleidelijk dreigend. Gothic zonder de rock. Tot slot is er dan nog het twaalf minuten durende “Trauma Atonal”, een groteske compositie met een filosofische inslag die zo uit de koker van Oswald Henke had kunnen komen. Jammer dat dit niet op een vinyltje werd geperst, dat digitale heeft voor mij toch nog altijd een minwaarde, een vluchtigheid die het belang van muziek veroordeelt tot een zeer korte tijdelijkheid zonder echte meerwaarde. Goed, ik ben misschien van de oude stempel, temeer daar ik deze muziek net zoals in de eerste helft van de jaren 90 nog altijd weet te appreciëren. Ik hoop van u hetzelfde, maar ze zijn terug Stillste Stund en wachten hopelijk geen vijftien jaar meer tot de volgende release.