Genre(s)
Reynols vierde in 2023 zijn dertigste verjaardag, en hoewel ik voordien nog nooit van de groep had gehoord, werd ik uitgenodigd om de gitarist van Reynols te interviewen op een retrospectieve tentoonstelling rond de groep in de gr’Ambacht in Mechelen. Het was een goede manier om geïntroduceerd te worden in het werk van een project dat je op zijn minst opmerkelijk moet noemen.
Reynols is eigenlijke conceptuele kunst. Net als Laibach, zou ik durven zeggen, al is er geen enkel muzikaal verband tussen beide groepen, net zomin als een conceptueel verband. Het concept is er gewoon belangrijker dan de muziek, en dat verklaart wellicht waarom ook Reynols een grenzeloos enthousiasme teweegbrengt bij liefhebbers, die uitmondt in uitgebreide analyses over het werk van de groep.
Het concept van Reynols zou volgens mij samengevat kunnen worden in ‘het vieren van de absurditeit van het bestaan’. Dat is alvast een leuze waar ik een groot voorstander van ben, maar ik weet niet in welke mate de groep zich daarin kan vinden. Absurditeit en toeval zijn alleszins belangrijke eigenschappen van hun werk, zo hoop ik u alvast duidelijk te maken.
Laat ik het anders even duidelijk maken met een aantal projecten van Reynols zelf. In 1995 brachten ze de eerste ‘gedematerialiseerde cd’ uit, een plaat die ontbond net voor je ernaar kon luisteren, en die geen ziel dus ooit werkelijk gehoord heeft. Dit geldt ook voor de cassette uit 2003 waarvan ze enkel het bandje in een plastieken zakje met artwork stopten. Wie wou luisteren, moest het bandje zelf in een cassette knutselen, wat onbegonnen werk is.
Andere wapenfeiten zijn een openbaar optreden met pompoenen als versterkers, opnames van verschillende soorten lege cassettes, een kippensymfonie op basis van opnames in een gigantische kippenstal, opnames van een kwartet van fluitketels, van de Eiffeltoren, de Arc de Triomphe, het Père Lachaise-kerkhof en zelfs ons eigen Atomium, of van uitwijzingsbevelen als de groep de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd wordt.
Ik heb eerder al uitgebreid geschreven over Reynols, maar kom erop terug omdat het Engelse magazine TQ Zine een special heeft gemaakt rond de dertigste verjaardag van Reynols, waarin een uitgebreid verslag staat van de tentoonstelling in gr’Ambacht, gecureerd door gr’Ambachtman Laurent Cartuyvels. De tentoonstelling heeft daarna nog andere locaties aangedaan, waaronder Newcastle, de thuisstad van TQ Zine-opperhoofd Andy Wood.
Andy Wood en TQ Zine hadden al vaak aandacht besteed aan Reynols, inclusief een Reynolsspecial en bonus-cd’s van Reynols bij het magazine, uitgegeven door het aanverwante label TQ N-aut. En ja, ook bij deze uitgave hoort een cd, en zowaar van het optreden van Reynols in Mechelen bij de opening van de tentoonstelling, waar ik later op terugkom. Titel van de cd: ‘Live In Mechelen – A TQ Zine Subscriber Exclusive’.
Als ik het aanvullend boekje, de catalogus van de tentoonstelling, opensla, zie ik meteen een biljet van 0 euro met een afbeelding van Reynols, dat ik met plezier zal gebruiken volgende keer als ik niets wil kopen. In het inleidend interview met Andy Wood, de stichter van TQ Zine, kan ik al lezen dat het schier onmogelijk is om alle platen van Reynols te kennen, laat staan te bezitten.
Het verslag van de tentoonstelling werd geschreven door Tony Van Dorst, en zo kom ik terug bij ‘Gordura Vegetal Hidrogenada’, de fameuze gedematerialiseerde plaat uit 1995. Van Dorst was zo enthousiast over de onbestaande plaat, dat hij versies van de plaat maakte op cassette, 8-track, geheugenkaart, postzegel en zelfs digitaal. Wie de QR-code van de digitale code inscande, kreeg de melding dat ook zijn bestanden zonet verdwenen waren.
Ik ben alvast gevleid dat Van Dorst schrijft dat ik, ondanks mijn zeer recente introductie tot Reynols, goed voorbereid aan het interview begon. Ik herinner me dat er wat stress was. De bedoeling was immers om een interview te doen met gitarist Alan Courtis, die live in Mechelen aanwezig was, maar ook met de tweede gitarist Roberto Conlazo, die via een verbinding vanuit Buenes Aires in Argentinië zou deelnemen.
Omdat er een strikte tijdlimiet stond op de internetverbinding, en er binnen dit tijdsbestek ook een optreden van het duo gepland was, moest ik wat improviseren en uit mijn vragen de meest relevante kiezen. Na het optreden kreeg ik nog de kans om verdere vragen te stellen aan Alan Courtis, maar de structuur van het interview was om zeep. Gelukkig is er geen gebrek aan gespreksonderwerpen bij Reynols, en lijkt het publiek toch wat te hebben gehad aan ons gesprek.
Wat wel goed lukte, ondanks de tijdslimieten, was het optreden, synchroon vanuit Mechelen en Buenos Aires. Ik neem aan dat zo’n optreden vanuit twee locaties geen primeur is van Reynols, zeker niet in de nadagen van corona, maar het past perfect in de filosofie van de groep. Laurent Cartuyvels en Tony Van Dorst hadden het vernuft om Courtis te vragen of ze het optreden mochten opnemen, en zo is de opname uiteindelijk in de vorm van een mini-cd – een 3“ cdr, ik kan me niet herinneren hoe lang het geleden is dat ik van dit formaat hoorde – als bonus bij QT Zine 64 geraakt.
Op Discogs tel ik 73 uitgaven door de groep, maar dat is zonder twijfel een grove onderschatting. Ik heb heel wat van de meer relevante werken van de groep online beluisterd, maar deze 3” cdr is de enige fysieke plaat die ik van de groep bezit. De oplage van de cdr is onbekend, maar we weten wel dat Courtis gesuggereerd heeft om er minimum drie te drukken, zodat ook deze uitgave op Discogs kon verschijnen.
De cdr bevat een improvisatie van zo’n zeventien minuten lang. Het begint met een vooraf opgenomen drumritme, waarvan eerst onduidelijk is of die afkomstig is van Miguel Tomasín, spiritueel architect, drummer en zanger van Reynols. Tomasín ontmoette Courtis en Conlazo tijdens een improvisatiesessie voor mensen met een beperking. Hij stelde zich voor als de beste drummer ter wereld, en werd prompt tot boegbeeld van Reynols uitgeroepen.
Tomasín speelde ook jarenlang een belangrijke rol binnen Reynols, en zijn absurde kijk op de wereld was de aanleiding tot heel wat experimenten van de groep. Maar Courtis benadrukte dat de rol van Tomasín al een tijdje zuiver spiritueel was, alsook dat de groep al bestond vooraleer Tomasín erbij kwam. Hoe dan ook was Reynols wellicht de eerste groep met een frontman die leed aan het syndroom van Down.
De twee gitaristen gaan loos op opname, die zodoende een aanvullende portie chaos kreeg. Op de originele opname hoor ik ook orgel, maar vooral chaotische zang, die wellicht net als de drum van Tomasín afkomstig is. Tomasín wordt dan ook gecrediteerd als bijdragend vanuit ‘Space / Minecxio’. Maar of het werkelijk zijn bijdrage is, en waar en wanneer die dan opgenomen is, zal vrees ik nog lang een mysterie blijven.
Ik hoop dat ik jullie niet te veel heb doen hunkeren om deze opname te beluisteren, want hij is helaas enkel beschikbaar voor de geabonneerden van TQ Zine, en voor mezelf als zeldzame uitzondering. Het is een opname van puur chaotische absurditeit, en u kunt zich troosten door naar een hoop andere en gelijkwaardig absurde opnames van Reynols te luisteren. Maar als u specifiek deze opname wilt beluisteren, wacht u een moeilijke opdracht.