Genre(s)
50 minuten 25 seconden. Ruw geschat de tijd die ik gemiddeld spendeer aan een fietstocht naar het werk. Met goede moed en een iets minder fris hoofd spring ik die ochtend op mijn stalen ros en vraag me af of ik het einde wel zal halen. Het einde van Memento Mori wel te verstaan, want bovengenoemde tijd is ook exact de tijdsindicatie die vermeld staat op het nieuwe album van de Britse electropop, synthpop en -wave sensatie Depeche Mode. Hun fenomenale concert in Antwerpen een paar dagen voordien ligt nog vers in het geheugen (voor wie het verslag hiervan toch gemist mocht hebben: klik hier). Hoog tijd dus om de tanden in hun jongste telg te zetten.
In 1979 richtten Vince Clarke en Martin Gore de groep French Look op, die later dat jaar de nieuwe naam Composition of Sound meekreeg. Een jaar later verscheen Dave Gahan op het toneel en veranderde de band nogmaals van naam, onder het motto "derde keer goeie keer". De inspiratie haalden de drie heren bij een Frans modetijdschrift dat in 1976 werd opgericht, Dépèche Mode. De komst van Gahan hield eveneens een andere wissel in, want Clarke ruilde de microfoon in voor de synthesizer. Het album “Speak and Spell” verscheen in 1981 en Vince Clarke verdween kort daarop richting die andere electropopbands Yazoo en Erasure. In zijn plaats kwamen Alan Wilder en Andrew Fletcher, die vorig jaar op 26 mei overleed.
De hits en succesvolle albums volgden elkaar in een sneltempo op: “Everything Counts”, “Master and Servant", "People are People”, "Shake the Disease", “A Question of Time”, “Stripped” en ga zo maar door. Niet alleen Europa, maar ook het Amerikaanse vasteland gaf zich al snel gewonnen voor de poppy en vlot verteerbare songs. In 1986 werd Anton Corbijn ingelijfd als regisseur en fotograaf voor talloze videoclips, fotosessies, ontwerpen van albumhoezen en van concertpodia.
Het album “Violator” uit 1990 is één van de succesvolste albums van de band met de tophits “Enjoy the Silence” en “Personal Jesus”. In 1993 volgde het rockalbum “Songs of Faith and Devotion” met de single “Walking in my Shoes”. Beide platen werden telkens gevolgd door een monstertournee. De tweede tournee kreeg de naam “Devotional Tour” mee. Van toewijding was echter niet veel te bespeuren. De donkere kant van Depeche Mode zag meer en meer het daglicht: Wilder verliet na de tournee volledig uitgeput de band, Gore ontwikkelde een drankmisbruik en Gahan raakte stevig verslaafd aan steroïden. Deze tournee wordt “de meest verdorven rock tour ooit" genoemd. Crewmembers getuigden later over orgieën, vandalisme en druggebruik a volonté. Gahan kreeg een hartstilstand op het podium en ondernam enige tijd later een poging tot zelfdoding, die eindigde met een opname in een ontwenningskliniek.
Depeche Mode ging door een diep dal en even leek het erop dat deze buitensporigheden het einde zouden betekenen. De albums die in 1997 en 2001 verschenen, waren niet bepaald hoogvliegers te noemen. Hoogdringend tijd om te herbronnen dus. Sinds de release van “Playing the Angel” in 2005 gaat het de band gelukkig opnieuw voor de wind, met de release van een vijftiende studioalbum op 24 maart jongstleden tot gevolg.
Memento Mori is dus niet zomaar een titel. Het verwijst niet enkel naar onze eigen sterfelijkheid, maar ook naar het donkere verleden van de band én naar het overlijden van hun manager en basgitarist Andrew Fletcher. Geen tijd dus voor sunshine en lollipops. Dit wordt meteen duidelijk wanneer je de cover van de plaat ziet. Een zwarte achtergrond, met op de voorgrond een paar witte engelenvleugels. Paradoxaal genoeg dus eentje voor ieder nog in leven zijnde lid van de band. De vleugels worden in het midden telkens samengehouden door een boeket bloemen. Deze staan symbool voor de vergankelijkheid en tijdelijkheid die de rode draad vormen doorheen het album.
De eerste tonen van “The Cosmos is Mine” weerklinken. De trage, donkere beats bombarderen deze song meteen tot mijn favoriete track van het album. Duisternis van het hoogste schavot. “Wagging Tongue” wordt ingeleid door een repetitieve synth beat, en de woorden “Watch another angel die” geven de pijnlijke realiteit verbaal vorm. De volgende track “Ghosts Again”, werd vorige week nog verbazingwekkend vlot meegezongen door een bomvol Sportpaleis. Deze single werd in februari als voorloper van Memento Mori uitgebracht en is dankzij een continue beat en sterke synths een prachtig eerbetoon aan de kwetsbaarheid van het leven geworden.
Het trage melancholische “Don’t Say You Love Me” doet je wegdromen, terwijl het onheilspellende “My Favourite Stranger” je meeneemt op een sinistere nachtelijke wandeltocht. Jack The Ripper zou deze song wellicht wel gewaardeerd hebben. Bij de beklijvende ballad “Soul With Me” slaag ik er nauwelijks in het droog te houden. “I’m ready for the final pages”, een gedachte die Gahan wellicht ook had halfweg de jaren 90. De volgende songs “Caroline's Monkey”, “Before We Drown”, "People Are Good”, “Always You” en “Never Let Me Go” geven ons een mooie variatie tussen pompende beats, snijdende synths, bij wijlen het stevigere gitaarwerk en meeslepende zangpartijen. De afsluiter “Speak To Me” nagelt je met één ruk aan de grond: de song kent virtuoze synths, die je met krakende beats de eindeloze nacht lijken in te sturen.
Duisternis maakt plotseling plaats voor het besef dat ik mij intussen in het midden van de stad bevind en dat de eindtonen van Memento Mori overgegaan zijn in de drukte van voorbijrijdende auto’s en trams. “Weg sfeer” is hier niet meteen van toepassing: het album laat zowel tekstueel als muzikaal een grote indruk na waardoor het de hele dag lang in mijn hele lichaam en ziel blijft hangen. Ongetwijfeld het beste album van Depeche Mode dat ik in meer dan 20 jaar gehoord heb.