Genre(s)
Dit is een soort losvast collectief met een spilfiguur uit de omgeving van de San Francisco Bay Area in Californië. Big City Orchestra (BCO) heet het project en het is zeker geen doordeweeks orkestje maar het is weer een speciaal geval. Dat vinden we hoegenaamd niet erg hier bij Dark Entries. Hier zitten immers ook wel een paar speciale gevallen. Maar laten we het bij BCO houden. BCO kan je zo een beetje vergelijken met een Amerikaanse versie van het Nederlandse De Fabriek. Het project BCO werd opgericht eind jaren 70.
De spilfiguur van het project noemt zich dAS en hij verzamelt steeds weer geluidsartiesten uit de ganse wereld om zich heen om samen te werken aan specifieke projecten. Verder is hij ook altijd actief geweest met vrije radio. Bij die muzikanten en artiesten die ooit meewerkten aan BCO zitten trouwens een paar illustere figuren zoals Edward Ka-Spel (Legendary Pink Dots) en zelfs de legendarische Daevid Allen (Soft Machine, Gong, RIP). En vooral ook heel veel (voor mij) onbekend volk. Voor deze uitgave zijn dat naast ‘projectleider’ dAS, Robo, Fe, Kerri Pidnow en Mona Coofs.
Ook muzikaal kan het bij BCO allerlei vormen aannemen, al zit het meestal wel in het bereik van ambient – noise – experimental – geluidscollages - musique concrète. Hun benadering is steeds eigenzinnig en origineel.
Vanaf begin jaren tachtig verschijnt een onophoudelijke stroom van tapes, eerst onder de naam Big City Orchestra, later steeds meer onder allerlei alternatieve spelwijzen of variaties op de oorspronkelijke projectnaam zoals Bigcityorchesttre, Beig Sittie Orkssstraug tot en met dingen als Bigggcittttorchhhhestttreeeeeeb, Baah Sleepy Orcheestra, Bieevg Sietty Archestraw tot zelfs Xix Xixx Oxxxexxxa.
Ook de formats gaan variëren: cd, cdr, digitaal, een zeldzamere (gekleurde) vinyluitgave. Erg curieus zijn we ook naar de recente VHS “From Pot To Psychedelics” (2023). Alsook naar de inhoud van de “Beatlerape” cd (meerdere uitgaven, onder meer op Staalplaat) en de “Beatles Hell” tape met tekeningetje op de cover van de Fab Four in hun graf. En wat te denken van de tape “Our Life In The Bush Of Kate” met als eerste track “Wuthering Heights”. Er waren ook een aantal samenwerkingen met andere projecten, onder meer met het Belgische Vidna Obmana. En hét collectors item is waarschijnlijk wel de “10th Anniversary Set”, een set van maar liefst 20 cassettes van BCO.
“Anguilliform” verscheen nu onder de spelwijze Beeg Ceety Orcheestra en werd uitgebracht in een samenwerking van EE Tapes uit Sint-Niklaas met het Amerikaanse label Tribe Tapes dat ook reeds verantwoordelijk was voor de uitgave van de genoemde VHS videotape. Het is een geremasterde heruitgave van een tape uit 1996 (ook reeds op EE Tapes). “Anguilliform” bevat 6 tracks met een speelduur variërend van 5 tot maar liefst 21 minuten.
“Anguilliform” - kunnen biologen je vertellen - betekent ‘aalvormig’. Een aantal van de enigmatisch getitelde tracks begint dan ook met ‘Eel’ maar wat dan verder de connectie is met de gewonde (?) dame op de frontcover of het tekeningetje van de leeuw die op de achterflap van een rots afstort, blijft een raadsel.
Openingstrack “Eelpout” is een soort experimentele ambient noise drone compositie. “Eelgrass” is zo een beetje van hetzelfde maar zit vol onverstaanbare stemsamples, vrij diep weggemixt in de geluidsbrij.
Dan volgt met “Eerquay” mijn op één na favoriete track. Over noise effecten horen we twee vrouwenstemmen door mekaar die elk een soort voordracht geven. Het is daarbij erg moeilijk om je te concentreren op een van de twee stemmen omdat de andere stem er steeds doorheen praat, maar wat we ervan verstaan is een soort les seksuele opvoeding voor gevorderden. Het gaat over de anatomie van het vrouwelijke voortplantingsstelsel, over penetratie, over de biologische mogelijkheid van orgasmes zonder ejaculatie etcetera.
Na deze 11 minuten durende biologieles die de eindtermen ver te boven gaat, komt met de kortste track mijn absolute favoriet: “Eekbraile”. Deze klinkt als een soort kruising tussen Test Dept. (het begint met doedelzakken) en The Residents. Een geflipte geluidscollage met gekke stemmetjes, weirde ritmische effecten en samples die wel opgenomen lijken in een klokkenwinkel vol ouderwetse staande klokken en hangklokken.
“Eelskinner” is vervolgens weer een lange dronecompositie van 10 minuten met ook weer weirde ritmische effecten of iets wat klinkt als een soort (zelfgemaakte?) xylofoon en “Eelbox” is de langste, haast 21 minuten durende drone en industrial noise track.
De laatste 11 minuten krijgen we nog een soort bonus ep als toemaatje: “Sound Effects Library 22” van (weer een andere schrijfwijze) Biugg Cietee Orchesktra. Dit zijn inderdaad een aantal overwegend korte tot zeer korte geluidseffecten of collages, gesplitst over 15 titelloze tracks. 6 tracks duren maar 4 à 6 seconden. 7 andere tracks duren minder dan een minuut. De eerste en de laatste track zijn wat langer. Een drone compositie van 3 minuten is de eerste track en de laatste is de meest opvallende (en grappige) track. Dit is een vier minuten durende geluidscollage van try outs voor een commercial voor beddengoed, met pieptonen doorheen en inclusief gefluisterd commentaar, gekuch en stemgeschraap. Ook de uiteindelijke commercial zit er halverwege ergens tussen maar synchroon loopt dan wel nogmaals de commercial maar dan in audio reverse (achterstevoren dus).
“Anguilliform” van Beeg Ceety Orcheestra plus de bonus “Sound Effects Library 22” van Biugg Cietee Orchesktra zijn samen goed voor 72 minuten en 21 tracks experimenteel luisterplezier met de nodige dosis humor hier en een knipoog daar. Ik zou deze uitgave in de eerste plaats warm aanbevelen aan fans van The Residents en De Fabriek!