Genre(s)
Deze vijfkoppige band uit het Franse Lyon brengt een soort mix van psychedelic rock, krautrock en experimentele elektronica. Sinds de oprichting in 2015 staat de band in onveranderde bezetting aan het voorfront van de alternatieve scene in hun thuisstad. Ashinoa deelde in de voorbije jaren het podium met bands als METZ, Flamingods, Tomaga, Warmduscher, Bo Ningen, Kikagaku Moyo, Minami Deutsch, The Holydrug Couple etc.
“L’Orée” (13 tracks, 42 minuten) is het tweede album van Ashinoa. Bij tijden is het erg percussief en dansbaar, dan weer meer hypnotisch en cinematografisch, zeg maar meer ‘ambient’.
De grotendeels synthesizergedreven soundscapes van “L'Orée” hebben zowel iets retro als iets futuristisch. Het is het geluid van twee verschillende werelden met muziek die even oeroud en ritueel kan zijn als gesynthetiseerd en digitaal gemanipuleerd. Tijdloos dus, dat is eigenlijk de term die we zochten. Waar de eerder minimale krautrock van hun eerste album “Sinie Sinie” deed denken aan koude, donkere, postindustriële steden, neemt het kosmische experimentele karakter van “L'Orée” je in plaats daarvan mee op een grotendeels instrumentale reis door de natuurlijke muzikale wildernis door middel van ‘shapeshifting’ psychedelische elektronica. Naast hopen synthesizers en keyboards, horen we ook gitaren en een echte, organische drummer. De ritmes klinken vaak behoorlijk tribal.
Dat “L’Orée” een natuurlijker en organischer geluid laat horen dan diens voorganger, is grotendeels te danken aan de omgeving waarin het album werd gemaakt. Het werd namelijk opgenomen in een afgelegen huis op het Franse platteland, omringd door een bos van Douglas sparren. Muzikale vrienden kwamen af en aan om een bijdrage te leveren aan het album, elk met hun eigen persoonlijke touch.
Openingsnummer “Vermillion” laat een sound horen ergens tussen krautrock en zweverige psychedelica en doet me wat denken aan bands als Ozric Tentacles of het Belgische Quantum Fantay. Ook het spacerock genre is hier niet ver weg. Het fluitgeluid geeft het nummer ook een zowel folky als proggy toets mee. Zoals gezegd is het album grotendeels instrumentaal, maar er zit ook een Engels gedicht in (de korte track “Falling Forever”), stemsamples in nummers als “Unknown To Myself” en “Bade BaidebSz” (‘Moskou to Nagasaki’, verstaan we ergens) en er is ook één vocale track.
Andere favorieten van me zijn “Feu de Joie”, “Fuel Of Sweet”, het spannende “Koalibi” en zeker ook de enige min of meer vocale track van het album: “Disguised In Orbit” (woordloze vocalen weliswaar, de stem wordt eigenlijk meer gebruikt als een instrument en domineert de nog altijd grotendeels instrumentale track geenszins).
Een relaxt en zweverig gevoel krijg ik van dit plaatje dat een publiek kan vinden van ambient adepten over spacerockers en krautrockers tot de liefhebbers van ietwat experimentele electronica. In elk geval is het plaatje vlot beluisterbaar en aardig meeslepend.
“L’Orée” van Ashinoa kwam uit als lp op clear vinyl op het label Fuzz Club Records in een handgenummerde editie van 600 copies in een gatefold sleeve met download code.
Koop de lp hier (ook digitale aankoop mogelijk).