In februari 1994 zag de eerste editie van Dark Entries het licht, of liever: de duisternis. Dat was toen nog het werk van twee uitzonderlijke zielen: schrijver Dave Cerpentier en vormgever Dany Stuer. In de loop der jaren kwamen er verschillende medewerkers bij, en de man die er het langst bijzit is Kurt Ingels, alias dj Darkdweller, die al vanaf nummer 7 van de intussen betreurde papieren magazines, en tot op heden op de website, zijn schrijfsels aan het magazine toevertrouwt, onvermoeibaar de zwarte gospel van wave en gothic verspreidend. We vieren dit jaar de dertigste verjaardag van Dark Entries. Vijf jaar geleden, voor de 25e verjaardag van ons magazine, legden we ons oor te luister bij oprichter Dave Cerpentier, en nu horen we Kurt uit over de geschiedenis van het magazine.
Dag Kurt. Begin eens met te vertellen hoe je in de ban bent geraakt van wave en gothic?
Heb je even, Xavier? Ik denk dat ik een jaar of 15 moet zijn geweest, in 1985. Vrije radio’s waren er toen overal en op zo een vrije radio uit de buurt was er elke dinsdagavond tussen 20u00 en 22u00 het programma Decibelvreter, een new waveprogramma. Ik vond de muziek te gek. Toen ik daar voor het eerst ‘Love Will Tear Us Apart’ hoorde, kwam het haar op mijn vel recht te staan en kreeg ik spontaan de tranen in mijn ogen. Zomaar, zonder aanleiding. Het was enkel de muziek die het deed. Dat. En uiteraard was ik al eerder gefascineerd geraakt door die zwart geklede types die in die jaren in Zelzate, waar ik school liep, aanwezig waren. Zij waren anders en zo voelde ik me ook. Ik vond het bovendien extreem cool hoe die eruitzagen en dat bleken dus ook meteen fans van die muziek die ik zo geniaal vond. Tja, ik was voorbestemd zeg maar.
Hoe ben je in contact gekomen met Dark Entries, en wat was je motivatie om mee te werken aan het magazine?
Tja, hoe gaat dat? Ik was met een paar vrienden ondertussen in het Gentse, waar ik studeerde, gestart met de Weltschmerz Nacht-fuiven. Die waren zeer succesvol en ik was onderhand ook een vaste bezoeker geworden van alle gothic- en wavefeestjes in de omgeving: Waregem (Steeple), Sint-Niklaas (Syndroom en Kompas), Antwerpen (Limelight) ... Ik was van begin jaren 90 de impact van de nieuwe Duitse ‘golf’ beginnen volgen, onder andere door Duitse tijdschriften en uiteraard de muziek te kopen (downloads en streamen moesten nog uitgevonden worden). En plots kwam al dat zwarte volk weer naar buiten, overal in Vlaanderen. Ik ging dus ook regelmatig fuiven in Sint-Niklaas en daar ben ik dan onder andere Dave Cerpentier meermaals tegen het lijf gelopen. Zijn geesteskind Dark Entries, waarvan ik ook vanaf nummer 1 alle edities was beginnen kopen, zocht nieuwe medewerkers, en zo ben ik er vanaf nummer 7 ingerold en ik ben er nog altijd.
Vele mensen spreken nog vol nostalgie over de oude magazines, die van 1994 tot 2004 verschenen. Ik las dat het moeilijk was om deadlines te halen, dat sommige edities niet op tijd klaar waren, dat er veel handmatig moest gebeuren bij het versturen van de magazines … Hoe was het om te werken aan de papieren editie van Dark Entries?
Dat was een huzarenstukje en een engagement met verantwoordelijkheden die moesten nagekomen. Immers, mensen namen een abonnement en we dienden om de twee maand te verschijnen. In die twee maand betekende dat heel wat redactioneel werk. Eigenlijk was dat minder dan anderhalve maand, dus strikte deadlines, want ook de lay-out had tijd nodig en dan diende ook nog gedrukt en verzonden binnen die twee maand. Geloof me, twee maanden vliegen dan voorbij en zoals nu gebeurde toen ook alles door vrijwilligers. Het werd nog erger toen veel later ook soms cd’s en cdr’s bij het magazine verschenen. Die werden tot diep in de nacht manueel verpakt, van een label voorzien en gekleefd in het pas gedrukte magazine. En ondertussen werd ook de verzending voorbereid ergens in een café op de grote markt in Sint-Niklaas. Ik denk dat die zich daar regelmatig hebben afgevraagd waar we toch uren aan een stuk mee bezig waren. Maar we dronken goed, en dat apprecieert elke cafébaas. Trouwens, de cdr’s werden verdeeld onder medewerkers en dienden we ook zelf te ‘branden’. Geen idee hoe ik daar toen allemaal de tijd voor vond, en ondertussen ook nog een eigen boek schreef. Maar als de Dark Entries van de drukkerij kwam, man, man, zo fier als een gieter ... We hadden het toch weer maar mooi voor elkaar gekregen, al was het dan al eens twee weken tot een maand te laat. Het tijdschrift was er uiteindelijk wel.
Met de tijd werd Dark Entries steeds professioneler. De lay-out werd kleurrijker en er staken vaak extra cd’s bij het magazine. Wat waren de vernieuwingen die jou het meest zijn bijgebleven, en hoe waren de gesprekken die tot die vernieuwingen moesten leiden?
Het waren veeleer dromen, en het leuke was: we maakten die dromen ook waar. Het moest en kon altijd beter en meer. De layoutsoftware werd beter en onze vaste lay-outer, Dany Stuer, wou het ook op en top in orde en alsmaar beter. Er kwamen medewerkers bij, sommigen verdwenen weer even snel, maar het magazine werd ook dikker. De cd’s ja, dat deden die Duitsers ook bij hun magazines en was mede een initiatief van Peter ‘Body Beats’ Mastbooms die toen ook tot Dark Entries was toegetreden. Ook het fameuze BIMFEST, Belgian Independent Music Festival, is in de schoot van Dark Entries ontstaan en dat was toch ook wel een dingetje. Met Dark Entries hebben we The Klinik, met Dirk Ivens en Marc Verhaeghen, terug gereanimeerd en samen op een podium gezet. Ze kwamen van ver toen, festival uitverkocht.
Je hebt destijds ook het boek ‘De dag dat het zonlicht niet meer scheen’ geschreven, uitgekomen in 1998. Dat was eigenlijk een editie van Het Collectief, een organisatie waarmee je ook fuiven organiseerde in Gent, de Weltschmerz Nachten. Het boek is er wel met medewerking van Dark Entries gekomen. Vertel eens waar het idee vandaan kwam om een boek te schrijven over de Belgische wavescene?
Klopt. Het ding was gewoon dat er nog niet zo’n boek bestond en de scene in die jaren hier bij ons echt boomde. Ik was meteen gewonnen voor het idee, al wist ik niet waaraan ik begon ... Dat samen met alle redactiewerk voor Dark Entries ... Er werd voor dat boek een speciaal lettertype ontwikkeld, een eindwerk van een student toen. Dark Entries medewerkers stonden in voor de lay-out van het boek en de support. Met Het Collectief organiseerden we sporadisch ook een optreden. Dat was toen mogelijk aangezien de fuiven druk werden bezocht en we de opbrengsten konden investeren in optredens. Zo organiseerden we toen het eerste optreden van Rosa Crux in België. In The Steeple was dat. Maar dat deed ik dan met een paar kameraden, los van Dark Entries.
Het boek bevat een algemene theoretische introductie, maar opvallend en uniek is de lijst van zowat alle toen bekende Belgische wave-, goth- of electroacts, die elk ook een korte biografische schets toegemeten krijgen. Hoe ben je daarbij te werk gegaan?
Ik verzamelde toen al jaren zowat alle flyers en was een zeer vertrouwde en gekende figuur in de scene, dus op die manier kwam de informatie ook een beetje naar me toe. En opzoekwerk natuurlijk. Een aantal groepen hebben we toen ook aangeschreven. Al zal de opsomming niet volledig zijn. Zo staat Insekt er niet in. Hoewel er daar meen ik een tekst over geschreven was, is dat op een onverklaarbare manier uit het boek gevallen. Dat was wel een bummer. Maar al bij al ben ik best wel tevreden met het resultaat, want een boek uitgeven was in die tijd ook niet zo evident. Van digitale druk of print on demand had men nog nooit gehoord.
‘De dag dat het zonlicht niet meer scheen’ is nu een collector’s item. Het was dan ook zeer compleet en heel mooi vormgegeven. Besef je dat het boek cult geworden is? Heb je er ooit aan gedacht om het boek ook online te zetten, zoals we met onze oude magazines gedaan hebben?
Neen, eerlijk, ik heb de teksten niet meer en al zeker niet de elektronische versie van het boek inclusief lay-out. Geen idee waar die zitten. Al gaf ik de teksten jaren geleden, maar ook jaren na de publicatie, ooit wel aan Dimitri, de man van de helaas gestopte Wool-E Shop en het gelijknamige label, met de intentie om het te actualiseren, al is dat er nooit van gekomen. Toevallig hoorde ik op Waveteef nog zeggen dat iemand mijn boek relatief recent in Duitsland tweedehands op de kop had kunnen tikken ... Maar of het cult is? Geen idee. Ik weet wel dat ik twee exemplaren heb, waaronder nummer 1 van de 500 die zijn verschenen.
Dark Entries organiseerde fuiven en optredens, en op een bepaald moment werd ook een festival in het leven geroepen: BIMFEST (Belgian Independant Music). Hoe is men daarbij gekomen? Wat was de inbreng vanuit de Dark Entriesredactie?
Ah, ik had het er al over. BIMFEST is eigenlijk op de redactievergaderingen van Dark Entries ontstaan. Het was ook één van de dromen. Dark Entries had een magazine, was een radioprogramma, er waren de fuiven en optredens, dus de volgende stap een heus festival. We kozen samen op de redactievergaderingen de groepen en de insteek. De nadruk moest op Belgische groepen liggen, en beginnende Belgische bands een kans geven door ze te combineren met gevestigde namen. Ik heb voor de eerste editie een subsidiedossier voor de Vlaamse Regering geschreven, en bingo. Niet meteen het grote lot maar wel genoeg om met het festival van start te kunnen gaan. Top wel dat het op heden nog altijd bestaat en nog altijd redelijk wat Belgische groepen programmeert, al heeft Dark Entries er nu niets meer mee te maken.
In 2004 viel de beslissing om met Dark Entries over te stappen van een papieren editie tot een online website. Wat waren de redenen om deze overstap te maken?
Tja, de steeds stijgende kosten en een tanende verkoop – de grote boom van de scene was voorbij – alsook een aantal medewerkers die er mee stopten, waaronder onze lay-outer. Het was dat, online dus, of helemaal niets meer. Dan maar online ...
Intussen bleef je onvermoeibaar de Vlaamse gothiccultuur verspreiden. In 2007 mocht je een bijdrage schrijven voor een boek van Ladda vzw, een organisatie die werkt rond jongerensubculturen: ‘Gothic in Vlaanderen’, een tekst die trouwens nog steeds op onze website te lezen valt. Je werd ook uitgenodigd om een lezing te geven samen met de Engelse socioloog Paul Hodkinson, die verschillende boeken over de gothicsubcultuur heeft geschreven. Hoe ging dat in zijn werk?
Die vereniging had me toen, ik meen via mijn boek, gevonden en stelde me de vraag eerst voor een tekst, en daarna voor de lezing. Ik ging er met graagte op in. Dat liep eigenlijk allemaal heel vlotjes. Nadien nog tot in de vroege uurtjes met Paul Hodkinson, die zelf ook tot de scene behoorde, doorgezakt en onze visies omtrent ‘gothic’ verder uit de doeken gedaan. De conclusie was dat ‘gothic’ onder welke vorm en in welke hoedanigheid dan ook verder zou blijven bestaan als subcultuur, dus veel meer is en was dan een jongerensubcultuur en een tijdsopname. De reden: het raakt een aantal essentiële menselijke drijfveren en universele, tijdloze thema’s aan ...
In 2011 lanceerden een aantal Dark Entriesmedewerkers een nieuwe website in het Engels: Peek-A-Boo Magazine, dat ook terug op papier verscheen. Ik weet dat dit toen tot een ernstige crisis en heel wat ruzies geleid heeft, die intussen gelukkig weer zijn bijgelegd, maar zou graag meer weten over hoe de split ontstaan is, en hoe Dark Entries dat toen heeft overleefd.
Redacteur en webmaster Ward De Prins – dat hij rust moge vinden, want veel te vroeg heen gegaan – was een zeer ondernemende kracht en wou een groter publiek bereiken. Daartoe zou een Engelstalig webzine nodig zijn. Dat zou meteen een kans zijn om terug fysiek te gaan verschijnen en meer sponsoring binnen te halen. Dark Entries modderde in die jaren een beetje aan, de fuiven en optredens waren gestopt, er was enkel nog een online aanwezigheid. Ik was daar geen voorstander van, want ik wou in het Nederlands blijven schrijven omdat ik er van overtuigd was en ben dat ik me zo het beste uit kan drukken. Ik vond ook dat er al een overvloed was aan Engelstalige media en we uniek waren in het belichten van de scene in de Nederlandse taal. Het is toen inderdaad tot een splitsing gekomen tussen een deel dat naar Peek-A-Boo ging en een ander deel dat Dark Entries trouw bleef. Ik denk dat men vanuit het Peek-A-Booproject had gehoopt dat de volledige redactie in het nieuwe project mee zou stappen. Niet dus, en voor mezelf vind ik nog altijd dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Maar inderdaad, wonden helen met de tijd. Zo staat ondertussen heel wat materiaal van Dark Entries in een Engelse vertaling op de website van Peek-A-Boo. Maar we zijn altijd ‘on speaking terms’ gebleven, hoor.
Anno 2024, dertig jaar na de eerste uitgave, bestaat Dark Entries nog steeds, en ben jij de langst lopende redacteur van het magazine. Hoe kijk je terug op die dertig jaren en op jouw bijdrage daaraan, en wat wens je Dark Entries nog toe voor de toekomst?
Ik ben iemand die niet meteen terugkijkt op de dingen, al ben ik best fier op wat er in al die jaren is verwezenlijkt. Ik heb alle magazines en heel af en toe durf ik daar nog wel eens in bladeren, herinneringen ophalen. Ik hoop dat Dark Entries met hetzelfde enthousiasme nog eens 30 jaar erbij mag doen, en dat ons zeer uitgebreide archief – en dan doel ik niet op de geschreven magazines van weleer die je nu reeds online kan doorbladeren, maar ons uitgebreide archief van de vorige website – in onze actuele website kan worden geïntegreerd. Hopelijk kunnen we ook nog nieuwe gepassioneerde muziekliefhebbers met een Dark Entrieshart warm maken om voor ons webzine te schrijven. Ik doel dan vooral op het electro-, synthpop-, ebm- en industrialmateriaal waar het nu op onze website een beetje aan ontbreekt. Dus lezer, als u zich geroepen voelt ...
Lees Kurts tekst ‘Gothic in Vlaanderen’ op onze website.
Lees het interview van Dave Cerpentier voor 25 jaar Dark Entries.