De vraag stellen of gothic nog altijd als een subcultuur kan worden beschouwd is meteen de vraag stellen naar wat een subcultuur is of als een subcultuur wordt gedefinieerd. Het (statische?) begrip subcultuur, zo leert de populaire internet encyclopedie wikipedia, is een cultuur die afwijkt van de dominante cultuur of - in de enge zin van het woord - een erg specifieke tak van een bepaalde hiertoe behorende cultuur omschrijft. Subculturen zie je voornamelijk bij adolescenten (pubers), omdat in die leeftijd de zoektocht naar een identiteit nog volop aan de gang is. Per definitie kan dus van een subcultuur gesproken worden als een ethisch/esthetische deelverzameling van waarden en normen, ruim genoeg om onder één noemer geplaatst te kunnen worden maar toch afwijkend en gedetermineerd genoeg om los te kunnen worden beschouwd van de algemene cultuur waartoe deze behoort.
Persoonlijk lijkt me bovenstaande definitie wel relevant en toepasbaar op de actuele gothic scene maar het antwoord formuleren op de vraag of gothic in z’n huidige vorm al dan niet als een subcultuur mag worden beschouwd, is uiteraard voer voor sociologen en academici. Ik wil in het kader van dit artikel in dit verband toch een aantal essentiële bedenkingen aanhalen die mee in overweging kunnen genomen om deze vraag te beantwoorden.
Gothic: universeel en tijdloos!
De ambiguïteit tussen thema’s als liefde en haat, hoop en wanhoop, dood en leven, goed en kwaad,… en de essentiële levensvragen als wie ben ik, waar kom ik vandaan en waar ga ik naar toe,… zijn van alle tijden en van alle culturen. Het zijn deze thema’s die we ook nadrukkelijk terugvinden in de gothic subcultuur. Door de eeuwen heen tracht de mens door middel van allerhande vormen van expressie naar antwoorden te zoeken op levensvragen, tracht hij zichzelf te positioneren in een werkelijkheid die vaak meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Zeker wanneer het dominante waarden – en normenpatroon (vb. in religie) als ontoereikend wordt ervaren. Dit existentieel zoeken heeft zich ook door de eeuwen heen vertaald in het begrip gothic, dat heden ten dage misschien naar muziek en imago refereert, maar een veel ruimere, historische betekenis kent.
Zo kan ik de bouwwerken uit de middeleeuwen, met hun vaak demonische afbeeldingen en akelige spuigaten als voorbeeld aanhalen. Afbeelding die het kwaad symboliseerden maar wellicht net bedoeld waren om het kwaad buiten het heilige huis te houden of nog, als bescherming tegen andere kwade geesten, aan imposante religieuze en andere gebouwen van betekenis werden aangebracht. Vaak ademen deze hoge bouwwerken zowel aan de buitenzijde als binnenin een mystiek, religieuze sfeer. De term wordt later ook in de beeldhouwkunst en schilderkunst gebruikt en wordt in de late middeleeuwen ook opgehangen aan een modebeeld (lange jurken, versiersels, gepunte mouwen,…) dat vaak in de schilderijen van die tijd terugkeert. Vanaf de 18de eeuw zal de term ook in de literatuur opduiken beginnend bij “The Castle Of Ontario” (lees de Engelstalige editie online via een klik op de link) van Horace Walpole uit 1764 en een populair hoogtepunt kennen in Bram Stoker’s Dracula (lees de Engelstalige editie online via een klik op de link) uit 1897 (toen liep de populariteit van deze literaire richting al op z’n einde). Ook poëten als Edgar Allen Poe of Lord Byron die dwepen met gitzwarte romantiek en de tragiek van de liefde en grenzenloze passie voor het leven en diens onvermijdelijke schaduwzijde, zijn kenmerkend voor de gotische literatuur. Literatuur die veelal mystieke en horror elementen bevat en soms zelfs refereert aan het paranormale, het onwerkelijke, dat wat niet te vatten is. Alweer iets later, in het begin van de 20ste eeuw ontstaat de gotische cinema, waarin angstaanjagende gedrochten, het bovennatuurlijke en vampieren (zinnebeelden die we al kenden vanuit de gothic literatuur) centraal komen te staan als spiegels van onze eigen angsten en onzekerheden en, aangevuld met een vleugje subversieve erotiek, een extra dimensie van spanning toevoegen. Ook op vandaag wordt er nog op grote schaal gotische cinema gemaakt (van kaskrakers tot cult en B-films), maar de term gothic wordt tegenwoordig meestal exclusief gelinkt aan muziek en de erbij horende subcultuur. Dat de thema’s die in deze muziek worden aangehaald fundamenteel nauwelijks verschillen van de thema’s die doorheen de eeuwen voeding hebben gegeven aan tal van andere expressievormen doet mij vermoeden dat gothic als dusdanig nog een lang leven is beschoren. In die zin is gothic, net als één van de geliefkoosde protagonisten uit het genre, de vampier, allicht onsterfelijk.
In tegenstelling tot veel andere subculturen is gothic dus niet in strikte zin gelinkt aan een (tijdsgebonden) maatschappelijk of socio-economisch gegeven, noch een reactie daarop, maar heeft het een tijdloos en universeel karakter. Subculturen die wel aan een maatschappelijke of economische realiteit zijn gebonden, hebben m.i. de neiging om bij onvermijdelijke maatschappelijke en/of economische ontwikkelingen te wijzigen, meer zelfs als subcultuur vaak te verdwijnen. Een lot waarvan de gothic subcultuur m.i. omwille van het tijdloze en universele karakter wellicht gespaard zal blijven.
Lees verder in ons vierde deel...
Dit artikel werd geschreven naar aanleiding van de reeks 'Talkie Walkie' van Ladda vzw en opgenomen in het boek 'Jongerensubcultuur 4 Beleivers / Non Believers', uitgegeven bij Acco