"Zwart festival met een uniek aanbod"
Het Wave-Gotik-Treffen (WGT) in Leipzig, Duitsland is een waar begrip. Het is het grootste gothicfestival in de wereld en boogt op een uniek concept waarbij er op verschillende locaties in de stad concerten doorgaan, maar ook tentoonstellingen, lezingen en een hoop randactiviteiten. Het is goed voor een totaalervaring van vier dagen, waarbij de stad letterlijk zwart kleurt en overgenomen wordt door goths.
Naar goede gewoonte, en zoals vele internationale bezoekers, reizen wij reeds op donderdag, de dag voor de aanvang van het festival, naar Leipzig. Afgepeigerd door de lange reis, die uiteraard gepaard gaat met vertragingen en andere afgelastingen bij de Deutsche Bahn, besluit ik die avond maar vroeg te gaan slapen, en dat hoewel er ook op donderdagavond al vanalles te doen is. Ik hoor achteraf dat bijvoorbeeld de Franse industrialmetalgroep HORSKH het heel goed deed op de WGT EBM Warm-Up die traditioneel op de dag voor het festival doorgaat.
Vrijdag 17 mei
Dit alles heeft het voordeel dat ik fris en monter aan het festival kan beginnen. Uitstekend, want er staat een hoop op het programma. Goed, de concerten beginnen op WGT meestal pas rond 17 uur, maar dat is niet zo in het Heidens Dorp, dat al vanaf de middag mensen ontvangt. Er gaan optredens door, doorgaans van middeleeuwse folkgroepen, maar vandaag ook van Bella Donna / Artwork. Bovendien heb je een gigantische middeleeuwse markt met kleding, voedsel, sieraden, bier, mede, maliënkolders en zwaarden. Het is echt zeer indrukwekkend.
De eerste groep die we aan het werk zien in het Heidens Dorp, is Gossenpoeten. Zij vertegenwoordigen het soort vrolijke folk met een middeleeuws tintje dat hier furore maakt. Ze spelen grappige liedjes en gaan uiteraard gekleed in middeleeuwse gewaden. Is dit niet te vrolijk voor WGT? Wel, midden in hun set zeggen ze ook een treurig lied te hebben. Het is het tragische verhaal van een man wiens glas leeg is. En het wordt nog erger, want later blijkt ook het vat leeg te zijn. De muziek is daarentegen nog steeds opgewekt, en het is eigenlijk grappig om extravagant uitgedoste en geschminkte goths te zien springen en dansen op deze muziek.
Wij waren vooral gekomen voor ‘Bella Donna / Artwork’. Dat zijn twee projecten van Jochen Schobert, die in de jaren 90 de eigenaar was van de Etage discotheek in Bayreuth, waar gothicfuiven doorgingen, en de Etage studio, waar grote namen als Goethes Erben hun platen opgenomen hebben. Artwork was het eerste project van Schobert, en maakte vanaf de jaren 90 rustige elektronische muziek met verschillende gastzanger(e)s(sen). Bella Donna nam later een bocht richting neoklassiek. Schobert laat zich omringen door verschillende zangeressen, en daaronder herkennen we Mariska von Waldstetten, de vroegere zanger van The Beautiful Disease die sinds 2019 als vrouw door het leven gaat. De arrangementen gaan tot vierstemmige zang. Deze groep live zien is een ervaring, want ze spelen zelden en zijn nochtans geweldig.
Daarna verplaatsen we ons naar de Volkpalast, dat vanavond een topaffiche aan neofolk aanbiedt. Zoals ik eerder zei zijn er verschillende locaties over de hele stad waar concerten doorgaan. De verschillende podia zijn een beetje per muziekgenre verdeeld, dus je kunt elke dag kiezen tussen deathrock, electro, neoklassiek, industrial, darkwave en andere subgenres van de gothicscene. Maar het nadeel is dat die podia soms ver uit elkaar liggen. Bij je armbandje van het festival krijg je wel gratis openbaar vervoer, maar ik verkies vaak de fiets omdat ik het gevoel heb dat dit sneller gaat. Bovendien heeft Leipzig een systeem van deelfietsen, NextBike, waarmee je via een app vlot een fiets kunt lenen op verschillende plaatsen in de stad.
Ostara is legendarisch omdat voorman Christian Leviathan samengewerkt heeft met Douglas Pearce van Death In June, nog steeds de belangrijkste neofolkgroep ooit. Uiteraard werd ook Richard Leviathan beschuldigd van fascistische sympathieën, maar ik geloof dat er evenveel van aan is als bij Pearce. (Misschien hoort hier een korte mea culpa bij, want ook ik heb lang geleden een artikel geschreven waarin ik insinueerde dat Death In June extreemrechts was, een idee waar ik me thans van distantieer.) Richard Leviathan speelt zuivere – bijna clichématige – neofolk, waarbij zijn gitaar en zang begeleid worden door viool en percussie. Tot groot jolijt van het publiek speelt hij ook nummers van zijn vorige groep Strength Through Joy – de naam is een verwijzing naar de fascistische organisatie ‘Kraft durch Freude’ – en zelfs van ‘KAPO’, zijn samenwerking met Death In June. En uiteraard zitten de teksten vol verwijzingen naar de geschiedenis, met grote nadruk op het verval van het westen.
In de Kantine van de Volkspalast zagen we ooit Death In Rome optreden, een groep die neofolkcovers maakt van allerhande hits en kitchliedjes. Nu zien we TourdeForce het omgekeerde doen. Zij brengen een soort synthpopcovers van Death In June-nummers. Doorheen de covers spelen ze ook eigen nummers, want deze Italiaanse groep rond Christian Ryder heeft sinds 2004 al een achttal platen uitgebracht, waarvan enkel de laatste uit neofolkcovers bestaat. Het is leuk voor even, maar omvergeblazen werden we niet.
De belangrijkste reden om vanavond naar hier te komen was Backworld. Ook deze Amerikaanse groep is een klassieker uit de neofolk, want ze werkten samen met leden van Current 93, Coil en Swans. Ze zaten bovendien op het cultlabel World Serpent, dat lang alle neofolkklassiekers uitbracht, tot een woedende Douglas Pearce hen naar het failliet dwong na berichten over fraude. Backworld begeeft zich ver buiten de clichés van het genre. Hier geen verwijzingen naar autoritaire regimes of bedenkelijke filosofen, maar zowaar zuiver christelijke muziek. Bovendien is het veel melodischer gecomponeerd, met uitgebreide arrangementen voor strijkers, blazers en andere instrumenten. Zanger en gitarist Joseph Budenholzer wordt vanavond begeleid door toetsen en viool. Dat maakt het geheel minder gevarieerd dan op cd, al is het wel een voordeel dat alles zowaar live is.
Argine is een Italiaanse groep die – zoals wel meer groepen – geëvolueerd is van postpunk naar neofolk. De groep heeft me al vanaf de eerste pianonoten bij mijn nekvel, en die worden al snel aangevuld met akoestische gitaar, bas en tromgeroffel. De zang wisselt af tussen de zanger-gitarist en de zangeres. Van de teksten in het Italiaans versta ik niets, maar de muziek en de intonatie van de zanger doen vermoeden dat het diepgaande filosofische beschouwingen bij het leven zijn. Voer voor donkerromantische zielen dus, en dat spreekt me steeds aan.
Het is misschien mijn fout dat ik Dernière Volonté nog altijd beschouwde als een synthpopgroepje, en me dus afvroeg waarom deze groep zo populair was in neofolkmiddens. Na een paar minuten van hun optreden meegemaakt te hebben, besef ik dat de groep veel meer is dan dat. Er is weliswaar een synthpopperiode geweest, na een periode van dark ambient, maar nu worden bombastische synths gecombineerd met echoënde pauken en percussie. Voeg daar nog wat declamaties in het Frans aan toe, met af en toe ook die obligate verwijzing naar fascisme, en je hebt de decadente sfeer waar neofolkers zo dol op zijn. Ik had dit optreden absoluut nodig om tot het besef te komen dat Dernière Volonté intussen een heel origineel eigen geluid heeft, en hier vanavond terecht de show mag afsluiten.
Zaterdag 18 mei
Vandaag is een speciale dag voor mij, want ik mag zelf optreden. Niet met muziek, maar met een lezing. Sinds 2019 proberen we met het WGT onder coördinatie van Jen Hoffert-Karas een aanbod aan Engelstalige lezingen te voorzien, de ‘Gothic Identity Lectures’. Er zijn reeds drie edities geweest, en ik heb er elke keer iets verteld over mijn interessegebied: alternatieve muziek in het Oostblok. Alexander Pehlemann heeft zich daar ook in verdiept, en zelfs al vijf boeken over het onderwerp uitgegeven, en mag de spits afbijten met een lezing over DDR-Magnetizdat. Hij geeft een overzicht van punk en postpunk in het communistische Oost-Duitsland, en spreekt met name over de illegale cassettescene die er toen bestond en waar erg interessante muziek in werd uitgebracht door groepen als Rosa Extra, Ornament & Verbrechen, Zwitchermachine, AG Geige, …
Daarna ben ik aan de beurt met het verhaal van de Tsjechische Underground, de illegale rockscene die in Tsjecho-Slowakije bestond onder het communisme. Die scene ontstond na de invasie van het Warschaupact – de ‘verdedigingsalliantie’ van de communistische landen die dus hun eigen leden aanvielen – die een einde maakte aan de liberaliseringen en het experiment van een ‘socialisme met een menselijk gezicht’ onder de Praagse Lente. In de ‘normalisering’ die op de invasie volgde, werd er soms hard opgetreden tegen muzikanten. Velen vluchtten naar het buitenland, en meer bepaald was er een geruchtmakend proces tegen de groep Plastic People of the Universe. Vier muzikanten werden tot maandenlange gevangenisstraffen veroordeeld, gewoon omdat ze hun eigen muziek- en levensstijl hadden. Het leidde tot de oprichting van de mensenrechtenbeweging Charta 77. Toen het communisme in 1989 viel, waren het de vrienden van de Plastic People of the Universe – onder hen Václav Havel – die aan de macht kwamen.
Mocht u denken dat dergelijke zaken vandaag niet meer voorkomen, dan moet ik u helaas teleurstellen. Tegen mijn gewoonten in blijf ik het hele programma van lezingen niet volgen, maar begeef ik me terug in het Heidens Dorp voor een optreden van Irdorath. Deze groep uit Wit-Rusland komt net uit de gevangenis, waar ze twee jaar verbleven hebben. Hun misdaad? Toen president Loekasjenko – bijgenaamd ‘de laatste dictator van Europa’ – in 2020 via massaal bedrog de verkiezingen won, ontstond een brede protestbeweging. Tienduizenden kwamen de straat op, en Irdorath ging met hun doedelzakken de betogingen ondersteunen. Intussen werd de opstand hardhandig neergeslagen, en de vervolging van wie toen geprotesteerd heeft is nog steeds bezig. Nadzeja en Uladzimir Kalach, het koppel dat Irdorath leidt, kregen allebei twee jaar gevangenis. Drie andere muzikanten kregen ook lange straffen.
Intussen zijn Nadzeja en Ulazimir vrijgekomen en naar Duitsland verhuisd, waar ze nieuwe muzikanten gezocht hebben. Een week geleden hielden ze hun eerste zaaloptreden, en het WGT is nu hun eerste festivaloptreden. Op zich horen ze goed thuis in het Heidens Dorp. Ze hebben kledij aan die bij natuurminnende hippies past, en spelen muziek met didgeridoo, draailier, verschillende fluiten, keelzang, doedelzakken en allerlei vormen van percussie. De groep komt helemaal niet als martelaars optreden, maar benadrukt dat het optreden gewoon leuk moet zijn. Dat lukt aardig, want na enkele nummers staat het publiek massaal te dansen en in de handen te klappen. Pas tegen het einde van het optreden vertelt Nadzeja het tragische verhaal van de groep, en volgt er een politiek statement: ‘Er zijn nog altijd meer dan 1500 politieke gevangenen in Wit-Rusland. Zo lang zij niet vrij zijn, zijn wij ook niet vrij.’
Dit neemt niet weg dat ik ook graag naar death- en gothicrock luister, en dat ik me nadien richting Täubchenthal begeef. Het is niet alleen een leuke plek vanwege de muziek, maar dit is ook de plaats waar je prachtige hanekammen en andere hoog opgetoeperde kapsels in alle categorieën kunt gadeslaan. Als ik binnenkom is The Bellwether Syndicate een vrij makke set aan het afwerken. Dark Entries-collega Kurt Ingels probeert mij te overtuigen dat ik het optreden wel goed zou hebben gevonden als ik vooraf de cd beluisterd had, maar ik weet niet wat ik ervan moet denken.
En ik weet ook niet wat ik moet denken van de volgende groep. Ausgang is een Britse groep die in de jaren 80 slechts vier jaar bestaan heeft. Niemand die ik aanspreek weet hoe hun muziek klinkt, maar iedereen weet wel dat ze indrukwekkend hoge kapsels hadden. Dat we die kapsels vandaag niet te zien zouden krijgen, was te verwachten, want de muzikanten zullen al zowat rond de pensioengerechtigde leeftijd zitten. Maar de muziek dan? Wel, die is eigenlijk bangelijk goed. Ausgang speelt zuivere vroege postpunk of zelfs gothic in de stijl van Sex Gang Children, Skeletal Family of Theatre Of Hate. Scherpe gitaren, een melodische bas, gemene zang, en vooral tribale drums. U moet trouwens weten dat het oorspronkelijk die tribale drumstijl was die aanleiding gaf tot het woord ‘gothic’, en dat dat eigenlijk een verwijzing naar de Germaanse ‘Goten’ was, eerder dan naar de gothische architectuur of literatuur.
De avond gaat verder met Tragic Black als vertegenwoordiger van de Amerikaanse deathrock. Zij zijn begonnen met schreeuwerige muziek in de stijl van Marilyn Manson, maar zijn later geëvolueerd richting zuivere deathrock, en laat dat hier vooral in de smaak vallen. Tragic Black speelt nog nummers van vroeger, maar het klinkt niet meer zo hard en schreeuwerig. De zanger heeft zijn hanekam vervangen door lang haar in een staartje, maar de bassist draagt zijn kam nog steeds torenhoog, en de gitarist heeft een sidecut en lange zwarte dreadlocks. Met hun drummachine krijgen ze de dansers op hun hand, zeker als ze aan het eind van hun optreden nog ‘Skeleton Kiss’ van Christian Death en ‘Play For Today’ van The Cure spelen.
De kers op de taart is natuurlijk het optreden van Sex Gang Children, een groep die begin jaren 80 furore maakte met zijn experimentele punkmuziek, en die ook daarna best wat mooie platen afleverde. In 2018 kon zanger Andi Sex Gang opnieuw touren met de oorspronkelijke muzikanten, zijnde gitarist Terry McLeay en de buitengewone drummer Rob Stroud. Helaas heeft deze formatie de tand des tijds niet overleefd, en tourt Andi nu met nieuwe muzikanten. Dat zal de pret niet bederven, want ik heb nog nooit een slecht optreden van Sex Gang Children gezien. De set focust op het prille werk van de groep uit 1982 en ’83. U krijgt bijna alles van het legendarische debuut ‘Song and Legend’, en ook heel wat werk van de singles en ep’s die in die tijd verschenen. In de tweede helft van het optreden komen ook drie nummers uit ‘Oligarch’ uit 2021 aan bod, maar dit terzijde. Het enige minpunt is dat ik het gevoel heb dat de nieuwe groep nog niet helemaal op elkaar is ingespeeld, en dat vooral de drums – die geniaal waren in de beginperiode – zich beperken tot meer banale ritmes. Toch blijft het een genoegen om de groep aan het werk te zien.
Zondag 19 mei
We zijn gisteren alweer vroeg gaan slapen, want we wilden onder geen beding het optreden van Camerata Mediolanense missen. Eigenlijk speelden ze op zaterdagavond al gelijktijdig met Sex Gang Children, maar het feit dat ze zondagmiddag opnieuw speelden in de Kirchenruine Wachau maakt dat ik dit dilemma gemakkelijk kon oplossen. Het is een relatief lange rit met het openbaar vervoer om ter plekke te geraken, maar de locatie is wel heel mooi, letterlijk in de ruïnes van een kerk, in de open lucht, en dat terwijl er regen voorspeld was. We nemen graag een risico. Maar vertel me: op welk festival kun je een optreden van een uitmuntende neoklassieke groep zien op zo’n plek?
Camerata Mediolanense begon reeds in de jaren 90 muziek te maken met hemels gezang, bombastische orgels en hopen percussie, en was al snel een gevestigde naam in de neofolkscene. Maar ik ben vooral fan van het werk in het millennium, nadat meesterbrein Elena Previdi een doctoraat in de musicologie behaalde. Dat werk is onder andere gebaseerd op het werk van de klassieke Italiaanse dichter Francesco Petrarca. Vandaag stelt Camerata Mediolanense een nieuw werk voor: ‘Atalanta Fugiens’, dat gebaseerd is op het gelijknamige boek van Michael Mayer over alchemie uit 1617. Het concert bestaat grotendeels uit die plaat, die vertolkt wordt met drie zangeressen en vier percussionisten, die af en toe ook meezingen of toetsen of accordeon toevoegen. Elena Previdi begeleidt het geheel op toetsen, klavecimbel en piano. Even ontstaat geroezemoes als de regen begint en tal van paraplus opengaan, maar gelukkig gaat de bui snel liggen en is het verder volop genieten van een magisch optreden. Op het einde worden ook wat oudere nummers gespeeld, zoals de klassieker ‘L’Homme Armé’ dat verzinkt in hopen percussie.
Als ik terug in de stad kom, beslis ik nog even te rusten in het hotel. Ik val prompt in slaap, en mis dus de lezing van mijn vriend Alexander Nym over gothic horrorliteratuur. Achteraf wist de man me te verzekeren dat de zaal barstensvol zat, en dat ik zeker niet gemist werd. Ik word net op tijd wakker om me naar de Moritzbastei te begeven vooraleer daar de optredens starten. De Moritzbastei is het enige wat overblijft van de middeleeuwse omwalling van Leipzig. In de kazematten van de vesting vind je een cultureel centrum met drank en eten, en vooral met concert- en fuifzalen. Ik hoef u dan ook niet te vertellen dat dit een favoriete locatie is voor goths die graag de nacht door fuiven. De Moritzbastei biedt vanavond een programma van elektronische darkwave aan, en eigenlijk ken ik nog geen enkele groep die hier komt spelen. Want ook dat is het WGT: een plek om dingen te ontdekken.
De aftrap wordt gegeven door Death Loves Veronica, en daar heb ik al wat positieve dingen over gehoord. Zangeres Veronica zong aanvankelijk in de deathrockgroep Veronica’s Veil, maar ging daarna solo en elektronisch met Death Loves Veronica. Ze komt uit Texas en wordt hier begeleid door een man achter de computer en knopjes. Ze zingt en danst heel expressief op haar uiterst donkere muziek en teksten. De muziek is adembenemend en sleept je mee in een wereld vol nachtmerries en foutgelopen intermenselijke relaties. De ritmes zijn traag, met percussie die hard en kil toeslaat, en de muziek is geconcentreerd op diepe bastonen. Dit is bij uitstek het meest duistere optreden dat ik op deze editie van WGT gezien heb, en dat wil wat zeggen.
Neila Invo bestaat uit drie meiden, en ze zien er alvast indrukwekkend uit. Ze komen op met een sluier over hun hoofd, die na één nummer afgedaan wordt. We herkennen meteen de toetseniste van Ash Code. De bassiste heeft lang blond gecrepeerd haar met een frou en de zangeres heeft kort haar met afgeschoren zijkanten en een tattoo op haar keel. De muziek lijdt echter aan wat onze minimalvrienden net leuk vinden, maar ik veel minder: het is uitgesproken simpel en repetitief, met steeds gelijkaardige ritmes. Het is vooral de zang die hier wat variatie in brengt. Het is niet helemaal mijn ding, maar ik hoor wel zeer enthousiaste reacties van andere mensen, dus het zal een kwestie van smaak zijn.
Dat de industrialgroep Massiv In Mensch populair is, valt al meteen op tijdens de aankondiging. Niemand minder dan zangeres M.A.Peel van Welle:Erdball neemt het woord om de groep voor te stellen. En oh ja, Mark Benecke, de in de Duitse gothicscene immens populaire forensische bioloog, doet ook mee. Maar dat is niet genoeg: ook Honey van Welle:Erdball komt de groep voorstellen. Massiv In Mensch maakt al sinds eind jaren 90 muziek, en eigenlijk vind ik de term ‘industrial’, waaronder ze aangekondigd worden, wat reducerend. Zelf zeggen ze dat ze elektronische muziek maken in heel zijn spanwijdte. Ik hoor vooral dansbare electro met een vleugje futurepop, maar ze deinzen er niet voor terug om koorgezang in hun muziek op te nemen, operazang door hun bijzondere zangeres, of zelfs carnavalmuziek en zelfs referenties naar ‘De gedaantewisseling’ van Franz Kafka. De groep is dus veelzijdig, en dat wordt zeker gesmaakt door het publiek.
Rosa Anschütz leerde als kind piano en dwarsfluit spelen, maar keerde zich later richting experimentele elektronica met veelvuldige loops. Ze fluistert, zingt, reciteert, met een grote nadruk op de teksten, en het geheel is doordrongen van melancholie en existentiële twijfels. Rosa Anschütz is eigenlijk niet afkomstig uit de gothicscene, maar uit de alternatieve elektronische scene. Er is dit jaar discussie of het WGT niet te veel artiesten van buiten de scene uitgenodigd heeft. Laat ik het zo stellen: Rosa Anschütz sluit aan bij het levensgevoel dat goths kenmerkt, en dan heb ik er geen problemen mee. Meer zelfs: ik zou dit soort van kruisbestuiving zelfs aanmoedigen, ook al horen de groepen uit de scene alle kansen te krijgen om hier te spelen.
Laat ik mijn verslag van de zondag afsluiten met een groep die ik niet gezien heb, maar waarvan verschillende mensen me vertelden dat hun optreden fenomenaal goed was: This Morn’ Omina. U weet misschien dat meesterbrein Mika Goedrijk een tijd geleden afscheid genomen had van zijn begeleidingsgroep. Wel, hij heeft nieuwe mensen rond zich verzameld, en als ik de geruchten mag geloven, is de tribale industrial techno van This Morn’ Omina daarmee uit het as herrezen.
Maandag 20 mei
Het is de laatste dag van WGT, en ook vandaag beginnen de optredens pas rond 17 uur. Ik besluit om nog van een ander aanbod van WGT gebruik te maken: gratis musea. Want met je WGT-bandje kun je ook gratis heel wat musea in Leipzig bezoeken. Ik had mijn zinnen gezet op het immense Museum der bildende Künste, dat een grote collectie bezit aan kunstwerken uit verschillende periodes, maar ik had over het hoofd gezien dat het museum net als vele musea op maandag gesloten is. Dan begeef ik me maar naar het Zeitgeschichtliches Forum niet ver daar vandaan, dat niet in het programma opgenomen is omdat het gewoon altijd gratis is.
Het Zeitgeschichtliges Forum is een geschiedenismuseum over de DDR. Als geschiedenisfanaat had ik het museum al meermaals bezocht, maar dat was jaren geleden, en ik vermoedde dat de tentoonstelling intussen vernieuwd werd. Dat was inderdaad zo. Het was een totaal nieuwe tentoonstelling, waar het deel over de DDR iets beknopter is geworden, maar er meer aandacht ging naar de hereniging van Duitsland en haar gevolgen, wat ook zeer interessant is. Ik ben helemaal in de wolken met de tijdelijke tentoonstelling ‘Hits & Hymnen’ die ingaat op muziek in Oost- en West-Duitsland, en vooral veel aandacht had voor muzikanten die in de DDR het slachtoffer van repressie werden: kleinkunstenaars als Wolf Biermann en Bettina Wegner, rockgroepen als Klaus Renft Combo en uiteraard ook punkgroepen als Wutanfall en L’Attentat.
Daarna begeef ik me naar de meest culturele hoogstaande plek van het festival: de Schauspielhaus, de uitvalsbasis van de neoklassieke groepen op WGT, waar bij mijn weten enkel goede optredens doorgaan. Vanavond speelt Corde Oblique er, de groep van de Italiaanse gitarist Riccardo Prencipe. Ik heb al een paar optredens van Corde Oblique gezien, en ik vond het steeds hemels. Ik was aanvankelijk wat teleurgesteld dat er deze keer slechts twee personen op het podium stonden: Prencipe zelf en de prachtige zangeres Rita Saviano in een lang zwart kleed. Prencipe probeert het gebrek aan muzikanten te compenseren door zijn gitaar met loops, effecten en E-bow te spelen. Maar op veel nummers worden ook vooraf opgenomen piano, strijkers en percussie afgespeeld. Dat mag wat goedkoop klinken, maar het resultaat bleef eigenlijk magisch.
Dan rep ik me met de fiets naar het Volkspalast, waar een heel mooie selectie meer experimentele groepen geprogrammeerd staat. Ik krijg meteen bij aankomst te horen dat ik me schuldig moet voelen omdat ik Aska gemist heb, een project uit IJsland dat zijn muziek ‘angst pop’ noemt. Ik besef als geen ander dat je op het WGT keuzes moet maken en dat je niet alles kunt zien. Ik heb tot nu toe geen spijt van mijn keuzes, en ik kan me nog altijd later verdiepen in de groepen die ik gemist heb, wat ik zeker zal doen met Aska.
Ik ben wel op tijd voor Use Knife. Het is wat ironisch dat ik naar Leipzig moet gaan om een Belgische groep aan het werk te zien. Use Knife werd oorspronkelijk opgericht door leden van Kiss The Anus Of A Black Cat, Stef ‘Irritant’ Heeren en Kwinten Mordijck, om hun fascinatie voor analoge synths bot te vieren. De groep nam evenwel een andere draai toen in 2022 de Irakees Saif Al-Qaissy het geheel kwam bijstaan met Arabische percussie en zang. De combinatie van bezwerende elektronische muziek en Arabische elementen werkt buitengewoon goed en is ook erg origineel. Het optreden is bovendien erg mooi in beeld gebracht door Youniss Ahamad, die drie doorzichtige gordijnen op het podium heeft laten plaatsen, één per muzikant, waarop hij projecties zendt in het Engels en het Arabisch. Dit was een topoptreden.
Kollaps ken ik nog van vroeger als een hoop kabaal. Ik speel zelf ook in een groep – Winterstille, dat een soort orkestrale folk maakt – en we hadden ooit het genoegen om in het voorprogramma van Kollaps te spelen. Nu moet u weten dat de muzikanten van Winterstille – op de twee aanvoerders na: Gerry Croon en ik – helemaal geen voeling hebben met de gothicscene, laat staan met dit soort postindustriële noise. Toen de groep zijn set vol feedback en metaalpercussie begon, vonden de muzikanten van Winterstille het gewoon hilarisch om hiervoor opgetreden te hebben. Ik moet zeggen dat, in vergelijking met het toenmalige optreden in Brussel, deze set nog redelijk muzikaal is, en dat ik muzikale structuren en zelfs nummers ontwaar. Uiteraard zal Kollaps op het eind van zijn set zijn ‘instrumenten’ – bestaande uit metaalvoorwerpen en ander schroot – vakkundig vernielen, al twijfel ik er niet aan dat dit alles gerecycleerd zal worden voor een volgend optreden.
En zo komen we aan het laatste optreden van het festival. Ik heb een beetje spijt dat het alweer bijna gedaan is, maar ik zal uiteraard nog extra genieten van deze apotheose. Ik herinner me het optreden van de Joegoslavisch/Tsjechische industrialgroep AutopsiA uit 2012, dat toen het eerste optreden was in 25 jaar. Dat was een exclusiviteit van het WGT, dat zowaar doorging binnen in het Völkerschlachtdenkmal. Achter zware gordijnen speelde de man achter AutopsiA – die angstvallig anoniem wil blijven – zijn soundscapes die variëren tussen neoklassiek, rituele percussie, industrial en experimentele elektronica. Ook vandaag blijft de groep anoniem, en op het podium nemen vier mensen in witte beschermingskledij met kap en mondmaskers plaats. Op het scherm worden apocalyptische boodschappen geprojecteerd in verschillende talen. Het is een opstelling die na verloop van tijd wel wat gaat vervelen, want het optreden duurt anderhalf uur zonder veel beweging op het podium, maar het is al beter dan naar een gordijn te staren.
Van de muziek kan ik enkel zeggen dat die buitengewoon vernuftig is, en dat de noemer ‘industrial’ eigenlijk niet meer opgaat. Dit is zeer complexe muziek met dissonante tonen en aritmische stukken, muziek die gerust gebruikt zou kunnen worden als de geluidsband voor een horrorfilm. Ik vermoed dat het veelal recent werk is dat gespeeld wordt, want sinds 2019 heeft AutopsiA maar liefst negen uitgaven uitgebracht, meestal in samenwerking met het mysterieuze Dämmerung Orchestra, een orkest waar ik verder geen informatie over vind op internet. Het verklaart alleszins de zeer orkestrale klank van vele composities. Ik verneem ook dat de opname van dit optreden later zal verschijnen op bandcamp. Hoewel het optreden wat te lang was om onze permanente volle aandacht te behouden, vind ik dit grote klasse, en zal ik me ook verder verdiepen in het recente werk van AutopsiA.
Enkele nabeschouwingen
U hebt het begrepen, het Wave-Gotik-Treffen biedt een grote waaier aan muziek en andere culturele activiteiten aan. Die waaier is veel groter dan eender welk ander gothicfestival, maar toch konden we horen dat er dit jaar minder bezoekers waren dan anders. Dat kan aan verschillende zaken liggen. Enerzijds worden we ontegensprekelijk allemaal ouder. Het WGT lijkt soms op een samenkomst van mensen die op hun 16 jaar besloten hebben om in het zwart en met speciale kapsels en kleren door het leven te gaan, en die daar op latere leeftijd obstinaat aan vasthouden. Dat is zeker geen verwijt, want één van hen ben ik. Maar mensen haken af, en vinden het niet meer de moeite om naar festivals te gaan. Gelukkig zijn er nog voldoende goths die volharden in de boosheid.
Een tweede reden is de steeds duurdere prijs van hotels. Oudere goths zien de camping niet meer zitten, maar sinds corona zijn de prijzen voor hotels enorm opgeslagen. Dat is natuurlijk een element dat de organisatoren van het WGT zelf niet in de hand hebben, en het wordt gecompenseerd met het feit dat de prijs van de tickets nog steeds belachelijk goedkoop is voor een festival van vier dagen met zoveel groepen. Maar goed, als je de trip naar Leipzig wilt maken, zeker vanuit het buitenland, moet je wel over wat kapitaal beschikken. Vele goths hebben intussen een gevestigde plaats in de maatschappij en goed werk, en kunnen zich dat dan ook veroorloven, maar er zijn zeker wat mensen die hierdoor uit de boot vallen.
Een laatste element is het jaarlijkse gezeur dat het programma tegenvalt. Daar kan ik eerlijk gezegd geen begrip voor opbrengen. Het WGT geeft je ook dit jaar een aanbod van zowat tweehonderd groepen om uit te kiezen. Daar zitten inderdaad niet meteen de grootste namen tussen, want dat is de filosofie van het festival. Wie enkel de grote namen wil zien, vindt zijn gading bij Amphi of M’era Luna. Daar is niets mis mee, we ondersteunen alle festivals in de scene. Maar wie ook de kleinere groepen wil zien, en vooral wie ontdekkingen wil doen, kan maar beter naar Leipzig komen, want dit aanbod is onovertroffen. Bovendien zijn er tal van nevenactiviteiten als musea, lezingen, tentoonstellingen en echte exclusiviteiten die je nergens anders treft. Het zal u niet verbazen dat ik volgend jaar weer van de partij ben, want dit festival is volstrekt uniek.