"Leipzig kleurde nog altijd zwart, maar wat minder"
Nadat twee edities afgelast moesten worden, kon in 2022 het Wave-Gotik-Treffen opnieuw doorgaan. Het werd nog niet helemaal een normale editie. Aandachtige mensen hebben opgemerkt dat er een stuk minder groepen geprogrammeerd waren. En ja, er waren ook minder aanwezigen. 12.000 tot 15.000 in plaats van de gebruikelijke 20.000, volgens sommige bronnen. Leipzig kleurde nog altijd zwart, maar wat minder.
Ook voor mij is het een wat mindere editie. Omdat ik net nieuw werk heb gevonden, zag ik me genoodzaakt mij reis in te korten: van vrijdag tot maandag, eerder dan van donderdag tot dinsdag. Ik mis een dag van het festival, maar het zij zo. Ik heb zeker geen spijt van mijn komst.
Vrijdag
We beginnen op vrijdag 3 juni. Na wat perikelen met de treinen, het afzetten van onze pakken op het appartement dat we huren en het afhalen van de bandjes – wat overigens tegen mijn vrees in erg vlot verliep – zijn we onderweg naar het Volkspalast. Daar spelen een aantal neofolk een aanverwante groepen.
We missen net het optreden van Sophia. Sophia is een erg begeerde naam, en dus bestaan er maar liefst een vijftigtal groepen die onder deze naam muziek maken (bron: discogs). Hier spreken we over de dark ambient en industrialgroep uit Zweden, onder aanvoering van Peter Bjärgö (die ook de drijvende kracht was achter één van het dozijn Arcana’s op deze aardscheet).
By The Spirits is een eenmans-neofolkproject uit Polen die volledig volgens het boekje werkt. Hij tokkelt zachtjes op zijn gitaar, versterkt met wat onheilspellende achtergrondgeluiden, en zingt daarbij in het Engels en Pools nummers die ongetwijfeld over dood en verderf gaan.
Death In Rome is in de eerste plaats een uit de hand gelopen grap. In 2015 hoorden we voor het eerst van de groep toen ze een cover van ‘Barbie Girl’ maakten in de stijl van – u raadt het – Death In June en Rome (met uiteraard met een foto van Klaus Barbie als illustratie). Ze zorgen ervoor dat ze de dubbelzinnige symboliek van die groepen overnemen, maar het is bij hen duidelijk om te lachen bedoeld.
Het concept is eenvoudig: je neemt een lekker foute hit, speelt die in met een folkgitaar, voegt er wat dubieuze samples en elektronica aan toe en zorgt dat de zang lekker treurig klinkt. Ik kan best genieten van de live-covers van ‘What is Love’, ‘Rhythm Is A Dancer’, ‘Beuys Beuys Beuys’, ‘Dirty Diana’ … Maar het meest gelukkige ben ik met ‘Take On Me’ en ‘White House Tommorrow’ (een cover van TV Smith dat daags na de bestorming van het Capitool een clipje kreeg met beelden van de aanval).
De kers op de taart moet het optreden van :Of The Wand And The Moon: zijn. De Deen Kim Larssen maakt al meer dan twintig jaar zuivere neofolk, niet om te lachen maar net vol van een erg duistere melancholie. Politieke referenties hoef je bij hem niet te zoeken, al kleeft er wel een sticker met ‘This Machine Kills Time’ in runenschrift op zijn gitaar, een verwijzing naar het opschrift ‘This Machine Kills Fascists’ op de gitaar van Woody Guthrie.
Larssen neemt niet minder dan vijf muzikanten mee, en dat helpt de melancholische teneur van zijn nummers te onderstrepen. Toch moet ik bekennen dat ik na een aantal nummers begon af te haken. Larssen brengt te weinig variatie in nummers die steeds op heel eenvoudige structuren gebaseerd zijn. Dat mag bij neofolk, maar het gaat na verloop van tijd allemaal hetzelfde klinken.
Zaterdag: lezing over Gruftis in de DDR
Sinds jaren al ben ik me aan het verdiepen in de alternatieve subculturen in het oostblok, en elk jaar kan ik ook wat rond dit thema meemaken op het WGT. Want Leipzig was de tweede grootste stad van de DDR, na de hoofdstad Berlijn. Je vindt er verschillende museas rond het leven in de DRR, en één van die musea is het Stasimuseum ‘Runde Ecke’, dat gevestigd is in de voormalige kantoren van de Stasi in Leipzig.
Mijn aandacht wordt deze keer getrokken door een detail dat volgens mij niet eerder aan bod kwam. Natuurlijk wisten we al dat Gruftis – Duits voor ‘grafwezens’ – graag op kerkhoven flaneerden. Er waren ook wat incidenten met Gruftis die de namen van hun favoriete groepen op de graven schreven of zelfs een kruisbeeld meepikten om rond hun nek te hangen.
Maar in Dresden gingen een paar gothicers nog een stap verder en openden ze graven, namen beenderen, handen of hoofden van lijken mee, om ermee te pronken bij hun vrienden. Je kunt de Stasi-akten rond deze misselijkmakende zaken raadplegen in het museum, en daarin verantwoordden de daders hun gedrag als ‘normaal in Grufti-kringen’.
In de namiddag staat hier een lezing geprogrammeerd van Sascha Lange. Hij heeft net, samen met zijn collega Dennis Burmeister, een boek uitgegeven over de new wave in de DDR: ‘Our Darkness. Gruftis und Waver in der DDR’. Daarin beschrijven zijn het alledaagse leven van de ‘Gruftis’ in de socialistische heilstaat.
Lange heeft een doctoraat in de geschiedenis, waarvoor hij de jeugdoppositie in het Derde Rijk onderzocht. Hij wil echter benadrukken dat het bij zijn boeken over de DDR – het schrijversduo bracht eerder al een boek over de Depeche Mode-fancultuur in de dictatuur – om een jeugdcultuur draaien, en niet om een bewuste oppositiegroep. Veel Gruftis beschouwden zichzelf als apolitiek.
Bravo valt best te vergelijken met Joepie, maar er zaten vaak reportages in over new wavegroepen en Gruftis, die gretig aftrek vonden. Er werd veel geld betaald voor een binnengesmokkeld exemplaar van Bravo, of voor de bijhorende poster van bijvoorbeeld The Cure. Wie de originele poster niet kon bemachtigen, moest genoegen nemen met een kopie of zelfs een nagetekend exemplaar van de poster. Bijzonder populair was de ‘love-story’ ‘Ratte macht die Fliege’. Het verhaal was op zich oppervlakkig, maar werd geïllustreerd met foto’s van extravagante goths, en dat kon er op zich wel in.
En zo zijn we beland in het scharnierjaar 1987, het jaar waarin ‘Ratte macht die Fliege’ gepubliceerd werd. 1987 was ook belangrijker omdat het gemakkelijker werd om naar West-Duitsland af te reizen – vooral voor gepensioneerden – en dus ook om exemplaren van Bravo of zelfs platen van westerse groepen binnen te smokkelen. Er kwamen in dat jaar ook tal van klassiekers uit: ‘Kiss Me Kiss Me Kiss Me’ van The Cure, ‘Music For The Masses’ van Depeche Mode, ‘Hopeless Cases’ van Anne Clark en natuurlijk ook ‘Floodland’ van The Sisters Of Mercy.
Maar vooral begon de jeugdradiozender DT64 meer en meer wavegroepen uit het westen uit te zenden. Soms werden volledige platen uit het westen afgespeeld, met de uitdrukkelijke bedoeling dat jongeren ze op cassette zouden kunnen opnemen. In het programma Parocktikum werden zelfs Oost-Duitse groepen gespeeld die cassettes in eigen beheer hadden uitgebracht. Dit was eerder ondenkbaar, want die groepen waren niet door de censuur goedgekeurd.
De wavegroepen uit Oost-Duitsland werden bekend onder de noemer ‘Die anderen Bands’. In 1988 verscheen zelfs – onder de hoede van Lutz Schramm, de presentator van Parocktikum die ook wel de Oost-Duitse John Peel genoemd wordt – een lp met een selectie aan groepen: Feeling B (de voorloper van Rammstein), het meer experimentele AG Geige, Sandow, Die Skeptiker, Rosengarten, Der Expander des Fortschritts, Die Art …
Er wordt uiteraard ook aandacht besteed aan ander aspecten. Eind jaren 80 kwamen niet enkel de Gruftis op. Ook de naziskinheads waren in opmars. En die twee gingen niet goed samen. Vaak moesten Gruftis vluchten voor skins die het op hen gemunt hadden. Het was aangeraden om je in groep te verplaatsen, of om fuiven iets voor sluitingsuur te verlaten, omdat het einde van een fuif een uitgelezen moment waren voor vechtpartijen. En het gaat zonder woorden dat de passieve Gruftis geen partij waren voor de agressieve skins.
Maar ook in de Gruftiscene waren er Stasi-informanten actief. Ze werden Inoffizieller Mitarbeiter of IM’s genoemd. Ook konden Gruftis meegenomen worden voor verhoor, enkel en alleen op basis van hun extravagant uiterlijk. Gruftis kwamen voor in de lijst van ‘negatief-dekadente’ jongeren, en er werden uitgebreide verslagen genotuleerd over samenkomsten en levensstijl van de Gruftis. Lange merkt wel op dat er in de Stasi-akten weinig aandacht was voor hetgeen de jongeren zelf het belangrijkste vonden: de muziek en het uiterlijk.
Er komt nog een anekdote aan bod over een fotograaf die bij de fuiven in Haus Auensee – een populaire uitgaansplek voor Gruftis – foto’s trok van de aanwezigen en die daarna verkocht aan wie ze wou hebben. Mensen genoten van zijn aanbod, maar vroegen zich af wat de motivatie van de man was. Jaren later bleken alle foto’s ook mooi gerepertorieerd te zijn in de aktes van de Stasi, waarvoor de man dus werkte.
Het is ook wat vreemd dat Lange de loftrompet steekt over de groep Die Vision en hun zanger Uwe Niels von Geyer (de enige man in de DDR die een t-shirt van Joy Division had). Niet omdat het muzikaal slecht is, maar wel omdat een eenvoudige zoekopdracht op google u leert dat ook Geyer een Stasi-informant was die vrienden verraden heeft en mensen naar de gevangenis gestuurd heeft. Dit lijkt me geen detail te zijn, als je een boek over de subcultuur in de DDR schrijft, en toch kwam het noch in het boek, noch in de lezing aan bod.
Zaterdag: optredens
We trekken daarna naar de Felsenkeller. Daar speelt vanavond een keure aan Duitstalige groepen. Als we toekomen, is Schneewittchen aan de beurt. Zij brengen een aan opera verwante versie van kleinkunst, die best vermakelijk is, zeker als het publiek massaal ‘Ohne Liebe’ meezing, van de succesplaat ‘Perlen vor die Säue’. ‘Ohne Liebe macht es keinen Sinn.’ ‘Zonder liefde kan je niet leven’, zo schreef ook J.M.H. Berckmans. ‘Vraag maar aan Lorm en Kromsky. Zij leven zonder liefde.’
Een misrekening maakt dat ik in een pizzatent terechtkom terwijl Soko Friedhof - het electro-zijproject van Untoten-hoofdman David E. Line – het podium bestijgt. Ik pik de laatste drie nummers nog mee, en heb spijt dat ik dit pikzwarte optreden grotendeels gemist heb. David E. Line laat niet enkel de beats spetteren, maar zorgt ook voor ingetogen momenten waarop hij zichzelf begeleidt op de piano, en het klinkt als een diepe duisternis die ik erg apprecieer.
Wat ik wel weet is dat L’Âme Immortelle zowel harde electro als meer ingetogen neoklassieke muziek maakt, in het Engels en het Duits, en ermee wegkomt ook! De groep werd in 1996 opgericht en mocht in de coronacrisis dus 25 kaarsjes uitblazen. Dat wordt nu – met wat uitstel – gevierd. Het spreekt dan ook voor zich dat ze het publiek verwennen met hun grootste hits: ‘5 Jahre’, ‘Life Will Never Be The Same Again’, ‘Catch My Fall’, ‘Stumme Schreie’ en uiteraard ‘Bitterkeit’ als bisnummer.
Zondag
De zondag zijn we redelijk vroeg bij het Heidens Dorp. Gisteren hadden we al een poging gedaan om hier binnen te komen, maar de ellenlange rij om binnen te geraken heeft ons van gedachten doen veranderen. Vandaag kunnen we zonder problemen binnen. We schouwen wel toe hoe het dorp zich langzaamaan vult en hoe ook vandaag weer zeker een lange file zal ontstaan aan de ingang van het dorp. De verklaring: het Heidens Dorp is een plek waar je ook voor één dag naartoe kan gaan, met een apart ticket dat los staat van WGT.
En het Heidens Dorp is populair, niet enkel bij goths maar bij iedereen die gefascineerd is door de Middeleeuwen. Je vindt er een erg grote Middeleeuwse markt, waar je maliënkolders, lederen voorwerpen, messen, kledij of tal van sieraden kunt kopen. Je vindt er ook mede en speciale bieren, een variatie aan eetstandjes gaande van geroosterd vlees tot zeer lekkere vegetarische alternatieven. Kortom: het is een aangename plek om tijd door te brengen zolang er elders geen concerten zijn. En ja, de meeste zalen bij het WGT openen pas rond 16 of 17 uur.
Er gaan ook optredens door in het Heidens Dorp. Feuerdorn is een medieval groep die met indrukwekkende doedelzakken van twee meter hoog en immense trommels speelt. Dit is exact de muziek die je hier verwacht, maar er komen ook andere zaken aan bod. Finsterforst wordt aangekondigd als folkmetal, maar ik heb wat moeite om de folkelementen te ontwaren, al zitten er wel heel wat atmosferische stukken tussen.
Als het wat te overbevolkt wordt in het Heidens Dorp, vertrekken we weer naar de Felsenkeller. Daar speelt Nachtblut, een Duitse black metalgroep die een zeer grote indruk had gemaakt op me tijdens een vorig optreden op WGT. Ook vandaag zien ze er weer fantastisch uit, en de stem van zanger Askeroth is grandioos. Ze spelen hits als ‘Multikulturell’, ‘Amok’ en vooral ‘Antik’. Afsluiten doen ze met een cover: ‘Alles nur geklaut’ van Die Prinzen – over een popster die toegeeft dat hij alles gewoon gestolen en gekopieerd heeft – waarop het publiek heerlijk ‘eo – eo’ meezingt.
Daarna gaat het richting Agra, de grootste zaal van het festival en ook de plek waar een gigantische markt met kledij, platen en andere dingen plaatsvindt, alsook waar het kampeerterrein is. Eenmaal in de zaal, probeer ik te genieten van de rock-‘n-roll-klisjees van 69 Eyes, maar ik denk dat ik het niet goed aanpak. Drummer zijn bij 69 Eyes lijkt me alleszins geen job met veel afwisseling, en dat geldt misschien ook voor de andere muzikanten. Maar goed, ze weten een donkere sfeer op te roepen, en het publiek smult er duidelijk van.
Nu zijn we hier natuurlijk voor Lacrimosa, dat zeker na het optreden vanavond alweer tot mijn absolute lievelingsgroep is uitgeroepen. Lacrimosa heeft net een nieuwe cd uit – ‘Leidenschaft’, heel aanbevelenswaardig – en het spreekt voor zich dat ze daar heel wat uit spelen. Zanger Tilo Wolff heeft een prachtig kostuum aan met gevederde schouders, en speelt regelmatig gitaar. Toetseniste en zangeres Anne Nurmi heeft een mooi wit kleedje aan, en ze zingt deze keer echt wel prachtig.
Het was een prachtige afsluiter van dit festival, want helaas moet ik door werkverplichtingen op maandag vertrekken en mis ik de vierde dag WGT. Ik heb alvast geen spijt van mijn aanwezigheid, en ik denk niemand onder de aanwezigen. Wel viel elke dag weer op dat er minder volk was en dat het programma wat minder uitgebreid was. Dit is wellicht onvermijdelijk voor de eerste post-COVID editie, en ik hoop dat het vanaf volgend jaar weer volle vaart zal gaan. WGT blijft het grootste en meest interessante gothicfestival ter wereld, en eentje dat ik voor geen geld zou willen missen.
Setlist Lacrimosa: Intro / Liebe über Leben / Kelch der Liebe / Alleine zu zweit / Nach der Sturm / Führ mich nochmal in den Sturm / The Daughter of Coldness / Lichtgestalt / Durch Nacht und Flut / Ich bin der brennende Komet / If The World Stood Still A Day / Schakal / Celebrate The Darkness / Rote Symfonie
Bis: Der Morgen danach / Raubtier
Foto's: Luc 'Who Cares' Luyten (behalve de eerste twee foto's bij de lezing van Sascha Lange)