"Bezwerende nevelflarden en hier en daar de mist in gaan ..."
De Britten van Cranes hebben een solide voorgeschiedenis met hun loyale Belgische publiek. Dit concert in de Orangerie van de Brussele Botanique (in het kader van Les Nuit 2024) was dan ook op vrij korte tijd uitverkocht. Zowat iederéén kwam voor Cranes, maar eerst was het de beurt aan de Belgische formatie TAKH, over wie we enkel positieve dingen hadden gehoord. Kritische krenten als we bij Dark Entries zijn, mocht de groep eerst wel eens hun waarde bevestigen.
De zaal was al een tijdje aan het vollopen toen een sluipende en dreigende drone aangaf dat de speeltijd voorbij was. De drone werd ondersteund door boventoonzang van de zanger. Boventoonzang wordt de laatste 20 jaar te pas en te onpas gebruikt door artiesten die het eigenlijk niet goed kunnen, maar die vinden dat het lekker underground hip is om te doen. Een workshop en wat YouTube-filmpjes volgen volstaat vaak niet. In dit geval zal enige oefening meer kunst baren in de toekomst, maar het was wel geslaagd genoeg om samen met bass, drums en citer de Apocalyps in gang te trekken.
TAKH lijkt de draad op te pikken waar een Kiss The Anus Of A Black Cat hem na Nebulous Dreams laten liggen had. De Apocalyps als Will Divine ... Het kletterend en denderende einde van het eerste nummer werd tevens een nieuw begin ... mét Indisch harmonium. Het werd duidelijk : wat TAKH ook doet, het is steeds doordrongen van een bezwerende kadans -al dan niet met sjamanistische percussieritmes- en het zet de deur open naar een Anderwereld ...
Wanneer de drumster bij aanvang van het tweede nummer de vocalen voor rekening neemt, dan sijpelen er echo's van Macgillivray en Fovea Hex (!) binnen, en da's een groot compliment ... De spaarse begeleiding mondt, nadat de zanger zijn vocalen toevoegt, weerom uit tot een banger. Het sferische geweld heeft soms ook iets weg van SENNEN, de Nederlandse instrumentale band die in 2004 opende voor Cranes in zaal W2 in Den Bosch. Naar het einde toe is de bezwering zo volledig dat ik naast het harmonium & co ook nog op hol geslagen draailieren en the Idiot Fluteplayers of Nyarlathotep meen te horen ... Hallucineer ik nu?? Prima!
5 lange tracks met een apocalyptische sfeer en een onheilspellend klankenpalet, gebracht met sjamanistische overgave. TAKH mag zich voegen bij Belgische grootmeesters der Apocalyps: Kiss The Anus Of A Black Cat (met Between Scylla and Charybdis als orgelpunt) en Flying Horseman (vooral ten tijde van de Night Is Long concerten).
Je déteste attendre (knipoogje naar Potochkine), en dus was het aangenaam dat om 20u30 stipt de intro van Cloudless weerklonk, terwijl Alison, Jim, Peter (ex-roadie, na Population 4 vast groepslid) en Marc Francombe (welkom terug!) het podium betraden. Een mooie versie, al kon je aan Alison's stem horen dat het geen 1992 meer is ... Het is een beetje zoals met Lisa Gerrard van Dead Can Dance tijdens diens laatste Belgische doortocht : de stem verliest vat op de hogere tonen na een zekere tijd en leeftijd. Enige mildheid is dan ook gepermiteerd ...
Tijdens Rêverie kon men al opmerken dat Jim dankzij het oudere materiaal behoorlijk in z'n nopjes was dat hij de gitaar ingeruild had voor z'n goeie ouwe drumstoel. Een organische manier van drummen met een nonchalence die zich af en toe wreekt met een 'fuck-up' ... Zijn zelfspot bedekt een en ander met de mantel der liefde, behalve tijdens het allerlaatste bis-nummer E.G. Shining. Persoonlijke favoriet Dada 331 was voor de band een oefening van Im Rhythmus Bleiben, maar Cranes bracht het er nog goed vanaf. Kudos naar de achtergrondprojectie, een op DaDa geïnspireerde clip met de lyrics in cut-up. Misschien een product van creatieve geest Marc Francombe? De man stond immer garant voor hun eerste clips en achtergrondprojecties, waarvan we verschillende weer mochten aanschouwen, in afwisseling met nieuwe projecties (met de bloemen).
Vanaf Pale Blue Sky was Alisons stem voldoende opgewarmd en dit bleef grotendeels ook zo. Voorlopig waren ze weer gespaard van calamiteiten, behalve dat er weer technische problemen waren tijdens Everywhere, hetwelke door Jim de zelfspot ontlokte dat er na 30 jaar niks veranderd was. De technische kant van de zaak bleef een hobbelig parcours maar de sfeer op het podium, met veel banter naar elkaar toe, bleef gelukkig goed. Clear was een hoogtepunt, net als de meeslepende publiekslieveling Adrift, hetwelke door Marc afgesloten werd met zijn als vanouds scheurende en schreeuwende gitaar.
Voor de vorm verliet Cranes even het podium, want uiteraard zijn er toemaatjes ... Die begonnen al goed met een donkere en grommende versie van Fuse. Lilies kende een rommelig begin, waarna het van Alison weer da capo mag. De tweede poging was goed om tot een nog steeds rommelige maar perfecte liveversie te komen. Opmerkelijk hoe de zaal muisstil bleef tussen de bisnummers door. Als dank zouden we getrakteerd worden op enige juweeltjes uit de ep-periode 90-91, dewelke misschien nog het meest gekoesterd wordt binnen de Belgische zwette scene ... Met het iconische Starblood besloot Cranes te eindigen met een knaller. Met de ogen dicht was het 1990 ... Als vanouds gaf Marc na een laatste uithaal z'n gitaar nog een schop onder de kont, waarna de band het podium verliet ... omzichtig om de nagrauwende gitaar heen stappend ... en zo had het moeten eindigen ...
We zijn echter in België, thuisland van een uiterst loyale fanbasis die Cranes keer op keer weer op het podium krijgen voor nog wat extra's ... en misschien hadden we de band na hun hobbelig parcours gewoon met rust moeten laten ... Als uitsmijter kregen we een halfslachtige versie van E.G. Shining, dewelke zelfs Jim niet meer kon relativeren, getuige een gespannen en geïrriteerde gelaatsuitdrukking.
Verdict : een voorprogramma dat ons in wist te pakken met hun bezwerende nevelflarden en dewelke we heel graag nog terugzien ... gevolgd door een headliner die regelmatig de mist inging, maar dankzij charisma en een vergevingsgezinde fanbasis het nog redde als 'rommelig maar charmant' ...
SETLIST CRANES :