Voor onze dierbare lezers gaat Dark Entries nog eens ter kerke. Kerk van dienst was de Antwerpse Sint-Joriskerk op steenworp afstand van De Studio, die er De Mannen Broeders geboekt had voor een viering / concert.
Verwacht nu geen mannenkoor uit de Nederlandse Geformeerde Kerk (waaruit de term Mannen Broeders ontstaan is, een verwijzing naar de benaming die de Apostelen elkaar gaven). Sinds 2022 is De Mannen Broeders immers ook de naam waaronder Broeder (Tonnie) Dieleman en Colin H. Van Eeckhout een plaat, Sober Maal, opgenomen hebben. Geschreven en opgenomen in de Doopsgezinde kerk van het Zeeuwse Middelburg, tijdens de lockdown en netjes op voorgeschreven afstand - het welke trouwens de bijhorende videoclips een soort onthechte ruimtelijkheid gaf. Muziek en beeld vonden in de Zeeuwse kerk de ruimte om te ademen. Ook van Zeeland / Zeeuw-Vlaanderen is Broeder Dieleman zelf, wat te horen is op zijn albums. Daarop zingt hij in zijn Zeeuws dialect over spiritualiteit en het leven, spaarzaam begeleid door o.m. zijn banjo en bewust getekend tegen de achtergrond van de Zeeuwse klei, met kreken doorkliefd … Op zijn laatste soloalbum, Oh mijn ziel uit 2023, wordt hij bijgestaan door o.m. Baby Dee. Deze artieste dient u te kennen als harpiste, accordeoniste en pianiste voor ANOHNI and the Johnsons en Current 93, alsook enige prachtige soloalbums (kijkt u er ons archief maar eens op na). Zij werkte in een ver verleden als organiste in een Katholieke Kerk maar woont nu, na vele omzwervingen gewoon in Zeeuws-Vlaanderen. Net als Broeder Tonnie Dieleman kent Colin H. Van Eeckhout, zanger van Amenra en soloartiest onder eigen initialen CHVE, ook die verbondenheid met de Vlaamse klei waarin hij opgegroeid is. Minder uitgesproken in teksten zoals bij Broeder Dieleman, maar de Westhoek met haar beladen geschiedenis is nooit ver weg. Een hoogtepunt hierin was trouwens het concert van Amenra in 2018 op het marktplein van Diksmuide, in het kader van de herdenking van de Grote Oorlog.
Over naar Antwerpen, waar onze moord kraaien enigszins laattijdig aankwam en dus genoegen nam met een plaatsje op de achterste rijen. Met ons drieën hadden we al menig Amenra gerelateerd concert bijgewoond, maar voor De Mannen Broeders was het onze eerste keer. Deze promotour is immers de eerste keer dat ze hun album Sober Maal (vorig jaar in het eindejaarlijstje van ondergetekende) meenemen naar kerken en zalen.
Gestaag zet de muziek zich in gang, steunend op het minimalistische samenspel van Colin’s draailier, Dieleman’s banjo en een pianiste. Hierin worden ze uiteindelijk versterkt door een vierkoppig vrouwenkoor, hetwelke hun stemmen voegt tot de compositie van Alle Roem Is Uitgesloten, een traditioneel mislied. Voor wie denkt dat de heren Mannen Broeders ons willen (her)bekeren tot het Christendom, mag ik zeggen dat het hen in de eerste plaats om algemene spiritualiteit is te doen. Hiervoor gebruiken ze de taal die ze reeds kennen uit hun jeugd, zijnde die van de Katholieke en Gereformeerde Kerk, zonder hiervoor persé een richting aan te willen geven. Wie bekend is met Amenra (ik hoop zoveel mogelijk van onze lezers) weet dat ook bij hen een stevige spirituele bodem aanwezig is, dewelke men agnostisch mag noemen. De combinatie van de met strijkstok bestreken banjo van Dieleman, de drone van Colin’s draailier en de hoge stemmen van het koor doet bij wijlen denken aan de eertijds ook geslaagde combinatie van Angelite (Bulgarian Voices) met de igils en de boventoonzang van Huun Huur Tu (Fly, Fly My Sadness). De dames en heren weten met z’n zevenen een hypnotiserend minimalisme aan te houden. Met het gedicht Asemruimte laat Broeder Dieleman een mooie interlude tot Vertere Heel (voorlopig persoonlijk hoogtepunt), waarin Colin met trom en draailier het voortouw neemt, alsook de zang voor zijn rekening neemt met zijn intussen gekende clean vocals, tijdens optredens van CHVE en akoestische sets van Amenra ook altijd een punt van focus. Nadat Colin besluit met het gedicht Van Licht Ontdaan neemt Broeder Dieleman het terug over met een introductie tot Grafschrift, waarbij hij het in zijn context plaatst. Dit werd geschreven door een Nederlandse dominee, Jan Scharp, als treurdicht voor zijn katholieke collega en vriend Johan van der Walle. Alle kwaliteiten van de man worden nauwkeurig opgelijst, met als een van de belangrijkste het feit dat de man nooit oordeelde over de religieuze strekking van een ander maar steeds de mens voorop plaatste. Grafschrift was ook het eerste nummer van Sober Maal dat de wereld leerde kennen. Zoals Dieleman en Colin het elk apart en dan gezamenlijk brengen klinkt het heel sereen en klinkt het respect van Scharp naar zijn vriend goed door. Een andere persoon naar wie Broeder Dieleman graag refereert is de Zeeuwse mysticus, beeldhouwer en dichter Omer Gielliet, zeg maar een Zeeuwse Willem Vermandere. Diens dichtbundel Opstanding der Bomen is nooit ver weg en ook op het album Sober Maal vinden we het hier gebrachte gedicht Zaaier, als (onderdeel van) Omer III opgenomen in de tracklist. Een moment van verstilling voor we naar hét hoogtepunt van het concert (of zeggen we viering) gaan. Absolute favoriet van deze atheïst (en oud-misdienaar van een Mariaal bedevaartsoord) is het lied Onze Lieve Vrouwe, waarin een hoofdrol is weggelegd voor onze vrouwenstemmen -inclusief die van de pianiste- die een kort lofdicht als een mantra herhalen van monofonie naar polyfonie, als een bloem die zich telkens blijft ontvouwen, om terug te eindigen in monofonie. Dit alles gegrond door de drone aangehouden door de muzikanten. De boventonen dwarrelen als stofjes doorheen de kerk en als om het kracht bij te zetten merken we nu pas op dat de sobere blauwe achtergrondverlichting verkleurd is naar een zacht rood, dat de mozaïek van Sint-Joris, achter het hoofdaltaar, extra mooi laat uitkomen. Wanneer we terug geland zijn, vraagt Broeder Dieleman onze aandacht en medewerking voor het volgende lied. Kunnen we tussen de strofen mee het refrein ‘Al Wat Goed Is, Is Hier’ meezingen? Ondanks onze Vlaamse introversie krijgt de band echter de hulp van steeds meer dapperen, na besluit van het lied schaapachtig grinnikend dat we ons toch maar mooi uit onze tent gelokt voelen. Het gedicht Ons Nu Voorbij bereidt ons voor op een Sober Maal, waarbij ik meen op te merken dat Colin het ook solo gebracht heeft toen hij vorig jaar het voorprogramma van Chelsea Wolfe verzorgde in de Antwerpse TRIX. Hij kreeg toen de grote zaal muisstil met zijn dissonante bewerking van de snaren van zijn draailier, doorspekt met gefluister en uithalen van zijn stem. Indrukwekkend was dat toen en nu, in samenwerking de voltallige band en met de akoestiek van een kerk, nog eens te meer. Voor we het weten is het gedaan en spreekt ceremoniemeester Broeder Dieleman de zegen uit over zijn schapen voor één avond. Zijn afscheidszegen wordt met een schalks maar welgemeend ‘Amen’ onderstreept. Gepaster kon het niet zijn.
- portret De Mannen Broeders door Stefaan Temmerman-