Memento Mori. Gedenk te sterven. Niet enkel de titel van één van mijn favoriete films, maar tevens de titel van het laatste album dat de heren van Depeche Mode op 24 maart jongstleden op ons loslieten. Deze wedergeboorte gaat gepaard met een tournee die de dag voor de release op gang werd getrapt in Sacramento en (onder voorbehoud) op 15 december in Los Angeles zal eindigen. De tickets vliegen wereldwijd de deur uit, en de Belgische fans hebben hier zeker hun steentje toe bijgedragen. Een tot de nok toe gevuld Sportpaleis was hier gisteravond getuige van. Ik moet toegeven, de organisatie van deze events verloopt een stuk beter dan pakweg twintig jaar geleden, toen de toeschouwers in drommen bijeen gepakt stonden op en rond de openbare weg om zich een weg te banen richting ingang. Dit had vast en zeker zijn charme en doet me met een gevoel van nostalgie terugdenken aan deze tijd, maar de behoefte om de concertzaal veilig te kunnen betreden, primeert dezer dagen toch.
Toen Cold Cave om 19.45u het podium betrad, was de zaal reeds goed opgewarmd. Het Amerikaans soloproject van Wesley Eisold dat het label dark wave, synth pop en noise pop opgekleefd kreeg, tekende voor het voorprogramma. De band werd in 2007 opgericht en krijgt sindsdien behoorlijk veel bijval in de wave scene. Bekende nummers zoals Glory en Confetti passeerden de revu, maar konden mij niet meteen overtuigen. Naar mijn gevoel voelde de act live toch iets té koud aan. Voor de fans van de band die er gisteren niet bij konden zijn, is er goed nieuws: op 26 augustus kan dit project nogmaals bewonderd worden en ditmaal op W Fest.
Over naar de hoofdact van de avond en dé reden waarom ongeveer 15000 toeschouwers ellenlange wachtrijen aan lokale frituren trotseerden: Depeche Mode. De laatste passage van deze Britten op Belgische bodem dateert van november 2017 met als reden hun Spirits tournee. Toen beklommen deze heren nog als trio het podium, maar bijna dag op dag een jaar na het plotse overlijden van toetsenist en medeoprichter Andrew Fletcher, verwelkomen hun Belgische fans de band als duo, bijgestaan door drie extra live muzikanten. Dave Gahan en Martin Gore slagen erin om een uitbundige menigte al meteen tijdens hun eerste nummer op sleeptouw te nemen. De wondermooie opener “My Cosmos is Mine”, tevens de openingssong van “Memento Mori" en één van mijn favoriete nummers op deze plaat, gaat hier met alle eer lopen. Antwerpen wordt in een zalige duisternis ondergedompeld.
Opvallend is de letter M die sinds de intro op de achtergrond aanwezig is en daar ook gedurende het hele optreden zal blijven staan. De wisselende kleuren en lichteffecten rond en aan dit object zijn van de hand van de Nederlandse fotograaf en regisseur Anton Corbijn. Voor wie Depeche Mode al een tijdje volgt, mag deze naam zeker geen onbekende zijn. Corbijn werkt intussen reeds veertig jaar samen met één van zijn geliefde bands.
Met het nummer “Walking in My Shoes” keren we dertig jaar terug de tijd in, en ook tijdens het nummer “It’s No Good" herleven de jaren ‘90. De begintoon van “Everything Counts” lijkt een massale wave beweging in gang te zetten. Blijven zitten is niet aan de orde: gedanst en gezongen zal er worden. De daaropvolgende nummers “Precious” en “Speak to Me” doen het tij keren en zorgen voor een meer intieme sfeer. De stem van Dave Gahan draagt hier zeker toe bij en is op deze momenten op zijn best. Tijdens “A Question of Lust” verzorgt Martin Gore de zangpartij. Tijd om de smartphones boven te halen en het Sportpaleis van extra verlichting te voorzien. “Wasted feelings - Broken meanings”. Met deze woorden slaagt Gahan erin de menigte opnieuw aan het bewegen te brengen. Het nummer “Ghosts Again” werd als voorloper van “Memento Mori” op single uitgebracht en blijkt ook live een schot in de roos te zijn. Daarna is het tijd voor een eerbetoon aan Andrew Fletcher met zijn favoriete Depeche Mode song “World in My Eyes”. Gedurende het hele nummer wordt een gigantische foto van hem op het achtergrondscherm getoond. “Stripped”, in 1998 nog op pijnlijke wijze gecoverd door Rammstein, zorgt ervoor dat we stilaan naar het einde van de avond toe lopen. Met “Enjoy the Silence” worden de dansbenen voor een laatste keer losgegooid en wordt het Sportpaleis in vuur en vlam gezet.
De energie van een steeds heen en weer flanerende David Gahan, waarbij dankbaar gebruik werd gemaakt van het tot catwalk omgevormde podium, heeft het gewenste effect gehad en werkte aanstekelijk bij het publiek. Gahan en Gore hebben duidelijk de tand des tijds bijzonder goed doorstaan, wat maakt dat het repertoire van Depeche Mode vandaag nog steeds klinkt als een klok en staat als een huis. Een perfecte mix van oude en nieuwe songs lijkt me dan ook de beste samenvatting van deze avond en van het tot nu toe beste concert dat ik van deze band mocht meemaken.
Mocht u zich afvragen waar de nummers “Just Can’t Get Enough” en “Personal Jesus” gebleven zijn: een blik op de online setlist leert mij dat deze ten berde werden gebracht tijdens de encore, maar op dat moment bevond ik mij reeds op de terugweg na deze zeer geslaagde avond. Mooie liedjes duren helaas niet lang.